Printable version  Printable version
Uitgaande v/d genade ...
Bijbelcommentaren
De komst van de Heer
    Apokalupsis vd Heer
    De Heer tegemoet
    Drie komsten vd Heer
    Epiphaneia vd Heer
    Hij komt als de regen
    Hij komt als ster
    Hij komt met de wo...
    Hij komt op een w...
    Jeruzalem
    Parousia van de Heer
    Phanerosis vd Heer
    Zijn komst in de f...
    Wet vd tweede komst
    De tien maagden
    Naos of Hieron
    Het oude Jeruzalem
    Wat komt eerst?
Geschiedenis en Tijd
Herstel van alle dingen
Het geestelijke leven
Het Koninkrijk van God
Israel en Juda
Overig

Gods plan met het oude Jeruzalem

Jeruzalem is bekend geworden als de stad van David, die God verkozen had om daar te wonen in de tempel. Maar …

Beschrijving: http://bijbelinfo.nl/oude_site/Leesvoer/profetie/Gods%20plan%20met%20het%20oude%20Jeruzalem.doc/Gods%20plan%20met%20het%20oude%20Jeruzalem-1.jpg

Het einde van Jeruzalem in Gods plan

God had gezegd door Jeremia dat Jeruzalem niet altijd verkozen zou blijven. De ongehoorzaamheid van Juda had dit bewerkt. God heeft belooft met Jeruzalem te doen, zoals Hij met Silo gedaan heeft.

Jeremia 7:1-16 Het woord, dat van de Here tot Jeremia kwam: 2 Ga staan in de poort van het huis des Heren, predik daar dit woord en zeg: Hoort het woord des Heren, o gans Juda, gij die door deze poorten binnenkomt om u neder te buigen voor de Here; 3 zo zegt de Here der heerscharen, de God van Israël: Betert uw handel en wandel, dan wil Ik u op deze plaats laten wonen. 4 Stelt uw vertrouwen niet op bedrieglijke woorden: Des Heren tempel, des Heren tempel, des Heren tempel is dit! 5 Neen, als gij werkelijk uw handel en wandel betert, als gij werkelijk onder elkander recht doet, 6 vreemdeling, wees en weduwe niet verdrukt, geen onschuldig bloed vergiet op deze plaats en andere goden niet achternaloopt, u tot onheil, 7 dan wil Ik u op deze plaats, in het land dat Ik aan uw vaderen gegeven heb, laten wonen van eeuw tot eeuw. 8 Zie, gij stelt uw vertrouwen op bedrieglijke woorden, zonder bate. 9 Wat? Stelen, doodslaan, echtbreken, vals zweren, voor de Baal offers ontsteken en andere goden achternalopen, die gij niet gekend hebt. 10 En komt gij dan staan voor mijn aangezicht in dit huis, waarover mijn naam is uitgeroepen, en zegt: Wij zijn geborgen! ten einde al deze gruwelen te bedrijven? 11 Is dit huis, waarover mijn naam is uitgeroepen, in uw ogen een rovershol? En Ik, zie, Ik heb het wel degelijk opgemerkt, luidt het woord des Heren. 12 Want, gaat naar mijn plaats die in Silo was, waar Ik in het eerst mijn naam deed wonen, en ziet wat Ik daarmede gedaan heb om de boosheid van mijn volk Israël. 13 Nu dan, omdat gij al deze dingen gedaan hebt, luidt het woord des Heren, terwijl Ik tot u gesproken heb vroeg en laat, zonder dat gij gehoor gegeven hebt, en Ik u geroepen heb, zonder dat gij hebt geantwoord, 14 daarom zal Ik met het huis, waarover mijn naam is uitgeroepen, waarop gij uw vertrouwen stelt, en met de plaats die Ik aan u en uw vaderen gegeven heb, doen gelijk Ik met Silo gedaan heb, 15 en Ik zal u van voor mijn aangezicht wegwerpen, gelijk Ik al uw broederen, het gehele zaad van Efraïm, weggeworpen heb. 16 Gij nu, bid niet voor dit volk; zend voor hen geen smeking op en geen gebed, en dring niet bij Mij aan, want Ik hoor naar u niet.

Wat heeft God met Silo gedaan?

Vanaf de tijd van Jozua tot de richter Eli was Silo de plaats van de tabernakel en de ark van het verbond.

Jozua 18:1 En de gehele gemeente der Israëlieten werd samengeroepen te Silo, waar zij de tent der samenkomst oprichtten, aangezien de streek onderworpen was en te hunner beschikking stond.

Richteren 18:31 Zij richtten voor zich het gesneden beeld op, dat Micha gemaakt had, en het bleef daar zolang het godshuis in Silo was.

In 1 Samuël, de hoofdstukken 2 tot 7 lezen we het verhaal hoe God Silo verlaat. Enkele passages daaruit:

In hoofdstuk 2 lezen we de aankondiging van God dat Hij gaat oordelen.

In hoofdstuk 4 lijdt Israël de nederlaag tegen de Filistijnen en maakt het volk de beslissing om de ark mee te voeren in de strijd. Het resultaat staat in vers 10:

1 Samuël 4:10 Toen streden de Filistijnen en Israël werd verslagen. Ieder vluchtte naar zijn tent, en de slachting was zeer groot: van Israël vielen dertigduizend man voetvolk.

Eli stierf toen hij het nieuws hoorde. De weduwe van Pinechas schrok zo hevig, dat ze haar baby onmiddellijk baarde en noemde het Ikabod, weg is de eer uit Israël (vs 21). Zij begreep de verschrikkelijke ramp die aan Israël voltrokken was: De Heer was vertrokken uit Silo.

Samuël volgde Eli op als richter. Hij richtte Israël niet meer vanuit Silo, en hij bouwde de Here een altaar in Rama. We lezen in:

1 Samuël 7:15-17 Samuel nu was richter over Israël, zolang hij leefde. 16 Hij maakte van jaar tot jaar een rondreis langs Betel, Gilgal en Mispa, en richtte Israël op al deze plaatsen; 17 daarna keerde hij naar Rama terug, want daar was zijn huis en daar richtte hij Israël; en hij bouwde daar de Here een altaar.

Ook Psalm 78 getuigt hiervan:

Psalm 78:59-61 God hoorde het en werd verbolgen, en versmaadde Israël ten enenmale, 60 Hij gaf de woning van Silo prijs, de tent die Hij onder de mensen had opgeslagen; 61 zijn sterkte gaf Hij over in gevangenschap, zijn sieraad in de macht van de tegenstander.

De verzen 65-72 refereren naar het verplaatsen van Zijn tempel naar Jeruzalem onder David, de ark en de tabernakel, en Salomo, die de tempel bouwde.

De psalmist verifieert hier dus dat Silo door God in de steek gelaten werd. En als Jeruzalem zou worden als Silo, zoals geprofeteerd door Jeremia, dan werd dit aardse Jeruzalem evenzo door God verlaten, toen het nieuwe verbond zijn intrede deed. Evenzo als het aardse Silo nooit meer deze plaats zal krijgen in Gods bestel, zo ook het aardse Jeruzalem dat wij kennen niet.

Is dit begrip ook niet een duidelijke reden waarom er ook geen herbouwde derde tempel in Jeruzalem zal komen? En zelfs al zouden mensen dit gebouw daar neerzetten, het zal nooit meer de tempel van God (grieks: naos, voor meer hierover lees het artikel ‘Gods tempel, hieron en naos’ ) zijn.

Lees ook:

Jeremia 26:4-7 Spreek dan tot hen: Zo zegt de Here: Als gij niet naar Mij luistert en niet wandelt naar de wet die Ik u voorgelegd heb, 5 en niet hoort naar de woorden van mijn knechten, de profeten, die Ik tot u zond, vroeg en laat, zonder dat gij gehoor gegeven hebt, 6 dan zal Ik dit huis gelijk maken aan Silo, en Ik zal deze stad maken tot een vloek voor alle volkeren der aarde. 7 De priesters nu, de profeten en het ganse volk hoorden Jeremia deze woorden spreken in het huis des Heren.

Dit was een dubbele waarschuwing voor de stad en een belofte wat de oude stad Jeruzalem zou worden ergens in de toekomst.

Jezus bevestigde deze beloften

Nogmaals, maar nu in het licht van Jezus’ bediening:

Jeremia 7:11-12 Is dit huis, waarover mijn naam is uitgeroepen, in uw ogen een rovershol? En Ik, zie, Ik heb het wel degelijk opgemerkt, luidt het woord des Heren. 12 Want, gaat naar mijn plaats die in Silo was, waar Ik in het eerst mijn naam deed wonen, en ziet wat Ik daarmede gedaan heb om de boosheid van mijn volk Israël.

Jezus citeerde hier de woorden die God aan Jeremia had gegeven in Jeremia 7:11, een rovershol.

En weer in:

Mattheüs 21:12-13 En Jezus ging de tempel binnen en dreef allen uit, die verkochten en kochten in de tempel, en de tafels der wisselaars keerde Hij om en de stoelen van hen, die de duiven verkochten, 13 en Hij zeide tot hen: Er staat geschreven: Mijn huis zal een bedehuis heten maar gij maakt het tot een rovershol.

Na een tijd van onderwijs aan de schare verlaat Hij de tempel en zegt later over de stad:

Mattheüs 23:37-39 Jeruzalem, Jeruzalem, dat de profeten doodt, en stenigt, wie tot u gezonden zijn, hoe dikwijls heb Ik uw kinderen willen vergaderen, gelijk een hen haar kuikens onder haar vleugels vergadert, en gij hebt niet gewild. 38 Zie, uw huis wordt aan u overgelaten. 39 Want Ik zeg u, gij zult Mij van nu aan niet meer zien, totdat gij zegt: Gezegend Hij, die komt in de naam des Heren!

Twee verzen later, lezen we de woorden van Jezus over de tempel:

Mattheüs 24:2 En Hij antwoordde en zeide tot hen: Ziet gij dit alles niet? Voorwaar, Ik zeg u, er zal hier geen steen op de andere gelaten worden, die niet zal worden weggebroken.

Mattheüs 21:43 Daarom, Ik zeg u, dat het Koninkrijk Gods van u zal weggenomen worden en het zal gegeven worden aan een volk (Engels: natie!), dat de vruchten daarvan opbrengt.

Christus is nooit teruggekeerd naar de tempel. Het werd verwoest door de Romeinen en brandde tot de grond toe af in 70 A.D.

Beschrijving: http://bijbelinfo.nl/oude_site/Leesvoer/profetie/Gods%20plan%20met%20het%20oude%20Jeruzalem.doc/Gods%20plan%20met%20het%20oude%20Jeruzalem-2.jpg

Afbeelding: Belegering en vernietiging van Jeruzalem onder de Romeinse generaal Titus.

Meer dan een miljoen mensen stierven de hongerdood, door de pest of werden gedood door de Romeinen. Zevenennegentig duizend werden afgevoerd als slaven of om in de Romeinse arena’s een gruwelijk einde te vinden (Josephus, Wars 6.9.3.420).

De tempel werd als Silo en Jeruzalem als Ikabod. De profetieën van God door de profeet Jeremia werden bevestigd door Christus en de geschiedenis verifieert de vervulling ervan.

Niet alleen is Gods naam niet meer in Jeruzalem, maar met alle rumoer, geweld en spanningen rond Jeruzalem in onze tijd, is de oude stad veeleer geworden tot ‘een vloek voor alle naties van de aarde’ (zie bovenstaande Jeremia 26:6), zoals was geprofeteerd.