Abraham vond genade

in de ogen van Jahweh

De tweede vermelding van ‘Genade’ in het Oude Testament vinden we in het leven van Abraham:
Genesis 18:3 en hij zeide: Mijn Adonai, aangezien ik genade gevonden heb in Uw ogen, ga dan niet aan uw knecht voorbij.

Het is hier opnieuw het Hebreeuwse woord ‘chen’, zn, dat genade, gunst, genegenheid, bekoorlijkheid en aanvaarding betekent. Ook wordt opnieuw dezelfde uitdrukking gebruikt als bij Noach: Genade vinden in Uw ogen’.

Genade al veel eerder
Ook al is het hier in het Oude Testament de eerste keer dat er over genade gesproken wordt die Abraham vindt, toch is hij al veel eerder met genade geconfronteerd. Dat blijkt in het Nieuwe Testament.


In Genesis 15 komt het woord van Yahweh tot Abram. Ja, ik spel zijn naam nu niet verkeerd. Zo heette hij nog toen Yahweh voor de eerste keer bij hem kwam. Letterlijk vertaald was hij toen nog de ‘
vader van de hoogten’. Zijn naam sprak toen nog van de vele afgodendiensten die door de volkeren op hoogten gehouden werden. Yahweh beloofde hem toen een groot nageslacht, ontelbaar als de sterren aan de hemel. Yahweh toonde Abram de stukken land dat zijn erfdeel zou worden en waar zijn nageslacht zou wonen. Toen sloot Yahweh met Abram een onvoorwaardelijk verbond. Bedenk dat niet alleen Abram zijn oude naam nog had maar ook Saraï heette toen nog heel letterlijk ‘twistziek’. Nogal een vreemd stelletje ongeregeld om een verbond mee te sluiten en dat dan ook nog eens zonder enige voorwaarde aan hun kant te stellen.

Yahweh handelt naar genade
Op dit hele gebeuren kijkt Paulus in Romeinen 4 terug en dan schrijft hij het volgende:
Romeinen 4:16 Opdat het zou zijn naar genade.

Yahweh ging onvoorwaardelijk een verbond aan met deze afgodische man en twistzieke vrouw. De belangrijke reden was omdat Yahweh handelt met de mens op grond van genade. De mens kan de relatie met Yahweh niet verdienen. Yahweh biedt het de mens aan zonder enige verwachting van een tegenprestatie. Onverdiende gunst.

Yahweh bewijst genade
Ook in Galaten 3 kijkt Paulus op deze zelfde gebeurtenis terug en dan schrijft hij:
Galaten 3:18 Immers, als de erfenis van de wet afhangt, dan niet van de belofte; en juist door een belofte heeft God aan Abraham Zijn genade bewezen.

Yahweh had niet het plan dat alles wat Hij Abram aanbood door Abram, de afgodendienaar, verdiend werd. Het zou niet van de wet afhangen. Alles hing op de belofte van Yahweh zelf en daarin bewees Hij Zijn genade.

Belofte: leven uit de dood
De jaren gaan voorbij en als Abram 100 jaar oud is en Saraï al 90 verschijnt Yahweh opnieuw aan hem. Dat kan je nalezen in Genesis 17. Yahweh herhaalt Zijn beloften en bevestigt Zijn verbond met Abram. Wat vruchtbaarheid betreft waren hun lichamen allang morsdood. Eigen mogelijkheden om kinderen te krijgen waren uitgesloten en toch spreekt Yahweh opnieuw over een zoon. Een duidelijker plaatje van genade is vrijwel onmogelijk. God werkt waar de mens onmachtig is om te werken.

Naamsverandering
Bij deze ontmoeting verandert Yahweh zelf hun namen:
Genesis 17:5 gij zult niet meer Abram genoemd worden, maar uw naam zal zijn Abraham, omdat Ik u tot een vader van een menigte volken gesteld heb.

De vader van de hoogten werd de vader van menigten. Dat is de betekenis van zijn nieuwe naam. Ook de naam van Saraï, de twistzieke, wordt veranderd:
Genesis 17: 15 Wat uw vrouw Saraï betreft, gij zult haar niet Saraï noemen, maar Sara zal haar naam zijn.

De twistzieke wordt vorstin, wat de betekenis is van haar nieuwe naam.
Wat een blijk van de genade van Yahweh! Zij zelf waren onmachtig om iets te doen aan de vervulling van de belofte. Abraham moest lachen in Genesis 17: 17 bij het horen van de belofte. Toch sloot Yahweh hier een relatie met hen en gaf hen, in hun namen, een compleet nieuw leven.

Genade Is: Yahweh doet alles zelf
Genade is dat alles door Yahweh zelf voor en in de mens volbracht wordt. Tot zeven maal spreekt Yahweh in dat gedeelte ook uit dat Hij het zal doen.
Genesis 17:6 Ik zal u uitermate vruchtbaar maken.
Genesis 17:6
Ik zal u tot volken stellen.
Genesis 17:7
Ik zal mijn verbond oprichten tussen Mij en u.
Genesis 17:8
Ik zal aan u en uw nageslacht het land, waarin gij als vreemdeling vertoeft het ganse land Kanaän, tot een altoosdurende bezitting geven.
Genesis 17:8
Ik zal hun tot een God zijn.
Genesis 17:19
Ik zal mijn verbond met hem oprichten tot een eeuwig verbond, voor zijn nageslacht.
Genesis 17:21
Ik zal mijn verbond oprichten met Izaäk.

Yahweh komt weer
Na al deze blijken van genade zijn we aanbeland in het hoofdstuk waar we ons tweede Hebreeuwse woord voor ‘genade’ in het Oude Testament tegenkomen.

Genesis 18:1 En Yahweh verscheen aan hem.

Abraham kende Hem inmiddels al van al de voorgaande ontmoetingen. Dat de genade reeds werkt in het leven van Abraham herken je in het feit dat hij daar op het heetst van de dag hoopvol verwachtend voor zijn tent zit.

Genesis 18:1 En Yahweh verscheen aan hem bij de terebinten van Mamre, terwijl hij op het heetst van de dag in de ingang der tent zat.

Hoop en verwachting op de komst van de Heer is een vrucht door genade bewerkt.

In de ogen van Yahweh is genade te vinden
Yahweh verschijnt aan Abraham en dan lees je de reactie van Abraham:

Genesis 18: 2 En hij sloeg zijn ogen op en zag.

De Heer komt ook bij ons, bij jou en mij, met zijn overvloeiende rijkdom van genade. Maar hoe is onze reactie? Slaan we onze ogen op? Willen we weten wat we bij Hem kunnen vinden? Vrezen we misschien dat we een strenge, misschien zelfs wel een toornende God zullen aantreffen?
Abraham had al wat ervaring opgedaan in zijn relatie met Yahweh en hij kijkt omhoog. Het beste wat je doen kan. Wat vindt hij daar?

Genesis 18:3 en hij zeide: Mijn Adonai, aangezien ik genade gevonden heb in Uw ogen, ga dan niet aan uw knecht voorbij.

Evenals Noach vindt hij in die ogen van Yahweh niets anders dan genade. Ja, God stroomt over van genade, ook voor ons. We mogen genade vinden als we opzien in Zijn ogen.

Genade werkt door
Op grond van wat Abraham daar ziet in die ogen stelt hij voor: ‘Omdat ik genade heb gevonden in uw oog, blijf bij mij, eet met mij.

Het is genade dat God met ons is, zelfs in onze maaltijden. Wat een bijzonder heerlijke genade is het dat Yahweh dan Zijn plannen, Zijn ideeën deelt met ons, zoals Hij dat ook met Abraham deed. Misschien lachen we, net als Sara dat in Genesis 18: 12 deed omdat we nauwelijks kunnen indenken dat God Zijn levenskracht in onze dood kan bewerken. Yahweh oordeelt Sara niet en God oordeelt jou en mij ook niet. Hij handelt in genade.

Die genade mogen ook wij vinden in Zijn ogen.