Vervolg van ...

De cruciale punten van de hoofdzaken

van het hedendaagse weder-opbouwwerk van de Heer

WEEK 2 DAG 1

Isa. 45:5 Ik ben de Here en er is geen ander; buiten Mij is er geen God. Ik gordde u, hoewel gij Mij niet kendet,…

Mat. 28:19 Gaat dan heen, maakt alle volken tot discipelen, hen dopend tot de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest en hen lerend te bewaren alles wat Ik u heb geboden.

We moeten geleid worden door de openbaring dat God uniek één is. De Bijbel vertelt ons dat God één is. De eerste keer dat het woord God (Elohim) echter in de Bijbel gebruikt wordt in Genesis 1:1 wordt het in het meervoud gebruikt; sommigen vertalen het als “Goden”. Dit is verkeerd. Het is zeer onjuist om van “Goden” te spreken. Psalm 86:10 zegt: “Gij zijt God alleen” in de King James vertaling. Er staat niet ‘U bent God alleen’. Het voornaamwoord is de tweede persoon enkelvoud, niet de tweede persoon meervoud. Wanneer je de notities nakijkt in de Newberry Bible, dan zal je vinden dat er een aanwijzing is dat God hier in drievoud is. Psalm 86:10 zegt echter niet “U zijt Goden”, maar “U bent alleen God”. Het woord alleen moet onze gedachten reguleren. “Gij zijt God (niet Goden) alleen”. (CWWL, 1975-1976, vol. 2, “The Revelation of the Triune God according to the Pure Wore of the Bible”, pp. 299-300)

Deze ene unieke God is Drie-enig. Ik weet niet hoe ik dit moet uitleggen, ook al heb ik het vele jaren geprobeerd. De afgelopen vijftig jaar heb ik er veel tijd aan besteed om te analyseren en te proberen om de Drie-eenheid te begrijpen. Omdat ik er niet uitkwam, heb ik het lang geleden opgegeven. Ik zei tegen mezelf: “Kleine man, je bent te klein. Je kan de Drie-eenheid nooit voldoende begrijpen”.

Mat 28:19 spreekt duidelijk over de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Wanneer je dit vers echter aandachtig leest, dan zal je zien dat de drie maar één naam hebben. Er staat: “dopend tot de naam (niet namen) van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest”. Er zijn er drie met één naam. Dit is de Drie-enige God, de Drie-eenheid. Hoe kunnen we dit uitleggen? We kunnen het niet. (CWWL, 1975-1976, vol. 2, pp. 300-301)

Nu moeten we kijken naar het verschil tussen de Drie-enige God en de goddelijke Drie-eenheid. De Drie-enige God verwijst hoofdzakelijk naar God zelf, en de goddelijke Drie-eenheid verwijst hoofdzakelijk naar God die Drie-enig is, wat het belangrijkste kenmerk is van de Godheid. Het is juister om de goddelijke uitdeling toe te schrijven aan de goddelijke Drie-eenheid dan aan de Drie-enige God. De Drie-enige God verwijst naar God de persoon, terwijl de goddelijke Drie-eenheid verwijst naar de belangrijkste eigenschap van de Godheid. Om bijvoorbeeld te zeggen dat iemand een getrouw persoon is, is anders dan te zeggen dat hij getrouwheid is. Een getrouw persoon verwijst naar de mens. Zijn getrouwheid verwijst naar zijn trouw zijn, zijn deugd. (Elders’ Training, Book 3: The Way to Carry Out the Vision, p. 70)

We moeten duidelijk zijn dat de Vader, de Zoon en de Geest samen bestaan van eeuwigheid tot eeuwigheid. De Vader is ongetwijfeld God (1Pet. 1:2; Eph. 1:17), de Zoon is God (Heb. 1:8; Joh. 1:1; Rom. 9:5), en de Geest is God (Act. 5:3-4). Ze zijn niet drie Goden, maar één. De Schrift vertelt ons duidelijk en definitief dat God alleen één is (1Cor. 8:4; Isa. 45:5; Psa. 8:10), maar toch is Hij ook drie - de Vader, de Zoon en de Geest. Hij is de Drie-enige God.

De Vader is eeuwig (Isa. 9:6), de Zoon is eeuwig (Heb. 1:12; Heb 7:3), de Geest is eeuwig (Heb 9:14) en Zij bestaan tegelijkertijd. In Joh 14:1-17 zegt de Zoon dat Hij de Vader zal bidden dat de Vader de Geest zal zenden. Dus bestaan de Vader, de Zoon en de Geest samen op hetzelfde moment. In Eph 3:14-17 bidt Paulus dat de Vader ons geeft door Zijn Geest met kracht gesterkt te worden naar de innerlijke mens, zodat Christus door het geloof in onze harten woning maakt. In dit gedeelte hebben we de Vader, de Geest en Christus de Zoon, wat ons opnieuw laat zien dat zij alle drie samen bestaan op dezelfde tijd. 2Cor 13:14 dat spreekt over de genade van Christus de Zoon, de liefde van God de Vader en de gemeenschap van de Heilige Geest, laat ook zien dat deze drie van de goddelijke Drie-eenheid, samen bestaan. (The Crucial Points of the Major Items of the Lord’s Recovery Today, pp. 8-9)

WEEK 2 DAG 2

Joh. 14:10 Geloof je niet dat Ik in de Vader ben en de Vader in Mij is? De woorden die Ik tot u spreek, spreek Ik niet vanuit Mijzelf, maar de Vader die in Mij blijft, Die doet de werken.

Joh. 14:26 Maar de Voorspraak, de Heilige Geest, die de Vader zal zenden in mijn naam, Die zal u alles leren en u in herinnering brengen alles wat Ik u heb gezegd.


De Vader is God. 1Pet 1:2 zegt: “God de Vader”. Eph 1:17 zegt: “God….de Vader der heerlijkheid.” Deze verzen vertellen ons dat de Vader God is. De Zoon is God. Heb 1:8 zegt: “…van de Zoon: …o God”. Joh 1:1 zegt: “Het Woord was God.” Deze verzen vertellen ons duidelijk dat de Zoon God is. De Geest is God. Handelingen 5:3-4 (Act 5:3-4) zegt: “…waarom heeft de satan uw hart vervuld om te liegen tegen de Heilige Geest… U hebt niet tegen mensen gelogen, maar tegen God.” Dit woord vertelt ons zonder twijfel dat de Geest ook God is.

De Schrift verklaart ons daarom duidelijk dat alle drie - de Vader, de Zoon, en de Geest - God zijn. Ook al zijn er drie - de Vader, de Zoon en de Geest - de drie zijn niet drie Goden, maar één. Dit is waarlijk een mysterie! Het is onnaspeurlijk! Maar prijs de Heer, wij kunnen deze mysterieuze Persoon eenvoudig ontvangen en genieten op grond van wat de Schrift heeft gezegd. (Concerning the Triune God – the Father, the Son, and the Spirit, p. 13)

De verhouding tussen de Vader, de Zoon, en de Heilige Geest is niet alleen dat Zij tegelijkertijd naast elkaar bestaan, maar ook dat Zij elkaar wederzijds bewonen. De Vader bestaat in de Zoon en de Geest; de Zoon bestaat in de Vader en de Geest; en de Geest bestaat in de Vader en de Zoon. Deze wederzijdse inwoning tussen de drie van de Godheid noemen we coïnherentie (elkaar bewonen). In Joh 14:10-11 zien we niet alleen het naast elkaar bestaan van de Vader en de Zoon, maar ook hun wederzijdse bewonen. De drie van de Godheid – De Vader, de Zoon en de Geest – bestaan naast elkaar en verblijven in elkaar.

Onder de drie van de goddelijke Drie-eenheid is er onderscheid maar geen scheiding. De Vader onderscheidt zich van de Zoon, de Zoon onderscheidt zich van de Geest en de Geest onderscheidt zich van de Zoon en de Vader. We kunnen echter niet zeggen dat zij gescheiden zijn, omdat zij in elkaar wonen. Ze wonen in elkaar. In het naast elkaar bestaan zijn de Drie van de Godheid te onderscheiden, maar hun in elkaar wonen maakt hen één. Ze bestaan naast elkaar in hun in elkaar wonen, Ze zijn dus te onderscheiden, maar niet te scheiden.

De Zoon deed nooit iets zonder de Vader (Joh. 15:19). Hij kwam in de naam van de Vader (Joh. 15:43) en met de Vader (Joh 8:29; Joh 16:32). Hij is in de Vader en de Vader is in Hem (Joh 14:10-11). Bovendien werd Hij uit de Heilige Geest verwekt (Luk. 1:35; Mat. 1:18,20) en deed alles door de Geest (Luk. 4:1; Luk 4:18a; Mat. 12:28).

De essentiële Drie-eenheid verwijst naar de essentie van de Drie-enige God voor Zijn bestaan. In Zijn essentie is God één, de ene unieke God (Isa. 45:18b; 1Cor. 8:6a). In de essentiële Drie-eenheid, bestaan de Vader, de Zoon en de Geest naast elkaar en bewonen terzelfdertijd elkaar zonder volgorde. Er is geen eerste, tweede of derde. (The Crucial Points of the Major Items of the Lord’s Recovery Today, pp. 9-11)

De Bijbel openbaart duidelijk aan ons dat de Zoon de Vader is, en dat de Zoon ook de Geest is. Hoe zouden deze drie anders één God kunnen zijn? Vijf jaar geleden legde ik deze vraag voor aan iemand die het er niet mee eens was dat de Zoon de Vader is en ook de Geest. Hij antwoordde dat de Vader een God is, en dat de Zoon ook een God is en de Geest ook, en dat deze drie verenigd zijn om een collectieve God te worden. Ik adviseerde hem onmiddellijk om nooit op zo’n manier te spreken. Dit is werkelijk ketterij. Als iemand de opvatting heeft dat de Vader, de Zoon en de Geest drie Goden zijn, hoe zou hij dan, gebaseerd op schriftuurlijke openbaring, kunnen erkennen dat de Zoon de Vader is en de Zoon ook de Geest is? (CWWL, 1970, vol. 3, “Concerning the Triune God – the Father, the Son, and the Spirit,” p. 299)

WEEK 2 DAG 3

Isa. 9:5 Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en de heerschappij rust op zijn schouder en men noemt hem Wonderbare Raadsman, Sterke God, Eeuwige Vader, Vredevorst.

2Cor. 3:17 De Heer nu is de Geest; waar nu de Geest van de Heer is, is vrijheid.

In Jesaja 9:6 (Isa 9:6) komt de Machtige God overeen met het kind, en de Eeuwige Vader met de Zoon. Ja, Hij is een kind, Hij is echter ook de machtige God. Het kind dat in een kribbe in Bethlehem geboren was, is de machtige God. Omdat het kind en de machtige God één zijn, zijn ook de Zoon en de eeuwige Vader één. De Zoon is de eeuwige Vader. Het is inderdaad moeilijk om deze zaak volledig uit te leggen, maar dit is het woord van de Schrift. “Een Zoon is ons gegeven… en Hij zal genoemd worden… Eeuwige Vader.” Als de Zoon niet de Vader is, hoe zou Hij dan de Vader genoemd kunnen worden? Wanneer we erkennen dat het kind waarover in dit vers gesproken is de machtige God is, dan moeten we ook erkennen dat de Zoon waarover gesproken wordt in dit vers, de eeuwige Vader is. Anders geloven we niet de duidelijk vermelde openbaring van de Schrift. (CWWL, 1970, vol. 3, “Concerning the Triune God – the Father, the Son and the Spirit,” pp. 296-297)

We zijn er diep van overtuigd dat volgens de woorden hier, de Heer Jezus, die het kind werd, de machtige God is, en de Heer Jezus die de Zoon is, ook de eeuwige Vader is. Onze Heer is de Zoon, en Hij is ook de Vader. Halleluja!

Christus, de opgestane Heer, is vandaag de levengevende Geest. Dit is waarom de apostel Paulus hem “de Heer, Geest” noemde (2Cor. 3:18). Hij is niet alleen de Heer maar ook de Here Geest.

1Cor 15:45 verklaart bovendien: “de laatste Adam werd een levengevende Geest.” De laatste Adam, is natuurlijk de Heer Jezus die mens werd, en de levengevende Geest, is natuurlijk de Heilige Geest. Er kan nooit een andere levengevende Geest naast de Heilige Geest zijn. Dit vers vertelt ons dus ook duidelijk dat de Heer Jezus de Heilige Geest is.

2Cor 3:17 zegt: “De Heer is de Geest”. De Heer over wie hier gesproken wordt is natuurlijk de Heer Jezus, en de Geest is natuurlijk de Heilige Geest. Vertelt dit ons niet duidelijk en onomstotelijk dat de Heer Jezus de Heilige Geest is? Onze Heer is de Heilige Geest. Hij is de Vader, en Hij is ook de Geest. Hij is alles! (CWWL, 1970, vol. 3, “Concerning the Triune God – the Father, the Son, and the Spirit,” pp. 297-299)

God is in essentie één, maar economisch is Hij drie – de Vader, de Zoon en de Geest (Mat. 28:19; 2Cor. 13:14). In Gods plan, Gods bestuurlijke ordening, Gods economie, neemt de Vader de eerste stap, de Zoon de tweede en de Geest neemt de derde stap. De Vader had een voornemen (Eph. 1:4-6), de Zoon volbracht (Eph. 1:7-12), en de Geest past toe wat de Zoon volbracht heeft volgens het voornemen van de Vader (Eph. 1:13-14). Dit is een opeenvolgende procedure in Gods economie om Zijn eeuwige voornemen ten uitvoer te brengen. Terwijl de essentiële Drie-eenheid naar de essentie van de Drie-enige God verwijst voor Zijn bestaan, verwijst de economische Drie-eenheid naar Zijn plan voor Zijn beweging. Er is de noodzaak voor het bestaan van de goddelijke Drie-eenheid, en er is ook de noodzaak voor het plan van de goddelijke Drie-eenheid.

De Vader heeft de eerste stap van Zijn plan volbracht, Zijn economie, door ons uit te kiezen en ons voor te bestemmen, maar Hij deed dit in Christus de Zoon (Eph. 1:4-5) en met de Geest. Nadat dit plan gemaakt was, kwam de Zoon om dit plan te volbrengen, maar Hij deed dit met de Vader (Joh. 8:29; Joh. 16:32) en door de Geest (Luk. 1:35; Mat. 1:18, Mat 1:20; Mat 12:28). Nu de Zoon alles volbracht heeft volgens het plan van de Vader, komt de Geest in de derde stap om alles toe te passen wat Hij voleindigd had, maar Hij doet dit als de Zoon en met de Vader (Joh. 14:26; Joh. 15:26; 1Cor. 15:45b; 2Cor. 3:17). Op deze manier, terwijl de goddelijke economie van de goddelijke Drie-eenheid uitgevoerd wordt, blijft het goddelijke bestaan van de Drie-eenheid, Zijn eeuwige naast elkaar bestaan en in elkaar verblijven, in tact en is niet in gevaar. (The Crucial Points of the Major Items of the Lord’s Recovery Today, pp. 9-10)

WEEK 2 DAG 4

Joh. 14:20 In die dag zult u weten dat Ik in mijn Vader ben en u in Mij en Ik in u.

2Cor. 13:14 De genade van de Heer Jezus Christus en de liefde van God en de gemeenschap van de Heilige Geest zij met u allen.

Wanneer we spreken over de Drie-enige God volgens Zijn economie, spreken we van Hem volgens Zijn bewegen en handelen, niet Zijn essentie. Volgens de economie, zijn de drie er drie, dus er is het aspect van de economische Drie-eenheid. De Vader is de oorsprong van de goddelijke economie (Eph. 1:9-10; Eph 3:9; 1Tim. 1:4b); dan volbrengt de Zoon de goddelijke economie die door de Vader gemaakt is (Joh. 5:19; Joh 8:28); en de Geest past datgene wat de Zoon volbracht heeft, toe op Gods uitverkorenen (Joh 16:13). Dit zijn stappen in één complete beweging. God de Vader had een voornemen om iets te doen, de Zoon volbracht het plan, en de Geest past op ons toe wat de Zoon volbracht heeft. In de economische Drie-eenheid zijn ze steeds in harmonie (Joh 10:30; Joh 17:21; Joh 17:23). (Crystallization-study of the Gospel of John, p. 38)

De Vader is in ons. Efeziërs 4:6 (Eph 4:6) zegt: “één God en Vader van allen.. en in allen”. De Zoon is in ons. Kolossenzen 1:27 (Col 1:27) zegt: “Christus in u”. In Johannes 14:20 (Joh 14:20) zegt de Heer Jezus ook: “Ik in u”. De Geest is ook in ons. Johannes 14:17 (Joh 14:17) zegt: “De Geest van de waarheid… in u zal zijn”.

De Bijbel verklaart ons dus duidelijk dat de Vader in ons is, de Zoon in ons is, en de Geest ook in ons is. Onze ervaring vertelt ons dat deze geen drie zijn in ons, maar één. De Vader is in de Zoon om in ons te zijn, en de Zoon die in ons is, is de Geest. De Geest in ons is de Zoon in ons, en de Vader is in de Zoon om in ons te zijn. Als wij dus de Geest hebben, hebben wij ook de Zoon en de Vader. 1Joh 2:23 zegt: “Ieder die de Zoon loochent, heeft ook de Vader niet; wie de Zoon belijdt, heeft ook de Vader.” Rom 8:9-10 laat verder zien dat de Geest van Christus in ons, Christus Zelf is in ons. Wanneer een mens dus de Geest heeft, heeft hij ook de Zoon; en wanneer een mens de Zoon heeft, heeft hij ook de Vader. De Vader is in de Zoon, en de Zoon is de Geest die in ons komt zodat wij Hem als de Drie-enige God kunnen hebben en genieten. In woorden zijn er drie, maar in ervaring is er maar één. Het is waarlijk een mysterie! (CWWL, 1970, vol. 3, “Concerning the Triune God – the Vader, the Son, and the Spirit”, p. 305)

God verlangt ernaar om een Gemeente te hebben om het Lichaam van Christus te zijn als Zijn volheid als een collectieve uitdrukking van de door een proces gegane Drie-enige God (Eph.1:23; Eph 3:19b). Het Lichaam van Christus is een organisch Lichaam van een wonderbaarlijke persoon – Christus. Om zo’n Lichaam te hebben, moet Christus Zichzelf uitdelen in Zijn uitverkoren en verloste volk.

De vervulling van de goddelijke economie is door de goddelijke uitdeling van de goddelijke Drie-eenheid. God is goddelijk, en Hij is ook Drie-enig. Hij is Drie-enig om de stappen te voltooien voor Gods goddelijke uitdeling. (The Divine Dispensing for the Divine Economy, p. 12)

Volgens de volledige openbaring van de zesenzestig boeken van de Bijbel, is de goddelijke Drie-eenheid – de Vader, de Zoon en de Geest – voor Gods uitdeling, dat is voor de verspreiding van God tot in Zijn uitverkoren volk. Gods verlangen met Zijn sterke voornemen is om Zichzelf in Zijn uitverkoren volk uit te delen als hun leven, hun levensvoorziening en hun alles. Om deze uitdeling te kunnen uitvoeren, moet Hij Drie-enig zijn.

De Vader als de oorsprong is de fontein; de Zoon als de uitdrukking is de rivier; en de Geest als de overdracht is de stroom. De Geest als de stroom is het bereik, de toepassing van de Drie-enige God voor de uitdeling van Zichzelf in Zijn uitverkoren volk. Een fontein is de oorsprong, de bron van een stroom of een rivier; een bron is de verschijning, de uitdrukking van de fontein; en de rivier is de stroom. (The Crucial Points of the Major Items of the Lord’s Recovery Today, p. 7)

WEEK 2 DAG 5

Jer. 2:13 …want mijn volk heeft twee boze daden bedreven: Mij, de bron van levend water, hebben zij verlaten, om zichzelf bakken uit te houwen, gebroken bakken, die geen water houden.

Eph. 2:18 Want door Hem hebben wij beiden in één Geest de toegang tot de Vader.

In Jer 2:13 verwijst God naar Zichzelf als de fontein van levend water; in Joh 4:14 is Christus de bron van water dat springt tot in het eeuwige leven; en in Openbaring 22:1 (Rev 22:1) is de Geest de rivier van levenswater. De Vader is de fontein, de bron, en de Zoon is de rivier als uitdrukking van de bron. Deze rivier resulteert in een stroom, deze stroom is de Geest als het bereik, de toepassing van de Drie-enige God. Dit laat zien dat God Drie-enig is om Zichzelf uit de delen, te verspreiden in Zijn uitverkoren volk. (The Crucial Points of the Major Items of the Lord’s Recovery)

In 2Cor 13:14 worden er drie dingen genoemd: genade, liefde en gemeenschap. Dit is nog een reden waarom God Drie-enig is; het is zodat Hij Zichzelf in ons kan uitdelen, in ons kan werken, opdat wij Hem mogen genieten en Hij ons alles kan zijn. De liefde van God, dat is de liefde van de Vader, is de bron. De genade van Christus, dat wil zeggen de genade van de Zoon, stroomt vanuit de liefde van de Vader. En de gemeenschap van de Heilige Geest is de stroom tot in ons van de genade van de Zoon met de liefde van de Vader voor ons genot. Dit is voor onze ervaring en genot van de Drie-enige God – de Vader, de Zoon en de Geest. De liefde van de Vader, de genade van de Zoon en de gemeenschap van de Heilige Geest zijn niet drie verschillende dingen, maar drie stadia van één ding die wij mogen bezitten en genieten. Op dezelfde manier zijn de Vader, de Zoon en de Geest niet drie afzonderlijke Goden, maar drie stadia van één God die wij mogen bezitten en genieten. 2Cor 13:14 is een sterk bewijs dat de goddelijke Drie-eenheid niet voor een leerstellig begrip is over systematische theologie, maar voor de uitdeling, de verspreiding van God Zelf in Zijn uitverkoren volk. (The Crucial Points of the Major Items of the Lord’s Recovery Today, p. 8)

We zijn in positie met God verzoend; in onze ervaring hebben we toegang tot de Vader. Met God verzoend zijn betekent behouden zijn; toegang hebben tot de Vader is God genieten, die, als de bron van leven ons tot wedergeboorte bracht om Zijn zonen te zijn.

In Eph 2:18 wordt de Drie-eenheid van de Godheid geïmpliceerd. Door God de Zoon, die de Volbrenger is, het middel, en in God de Geest, die de Uitvoerder is, de toepassing, hebben we toegang tot God de Vader, die de Oorsprong is, de bron van ons genot. (Ef. 2:18, voetnoot 4 RcV)

We hebben gezien dat één list van de vijand is om sommige aspecten van Christus te ontkennen en Hem daardoor te beperken en Hem niet langer de allesomvattende te maken. Een andere list is ontkennen dat de Drie-enige God subjectief is voor onze ervaring en genot en de goddelijke Drie-eenheid alleen als een objectieve leerstelling voorstellen voor religie. De religie van vele christenen is gebaseerd op de geloofsbelijdenissen. In sommige denominaties wordt de Apostolische Geloofsbelijdenis elke week voorgelezen in de samenkomsten. Vele van dezen die de geloofsbelijdenis voorlezen hebben geen ervaring van de Drie-enige God. De goddelijke Drie-eenheid is voor hen alleen maar een geloof in leerstelling. De Bijbel openbaart echter dat de Drie-enige God niet slechts een object van ons geloof is; Hij is subjectief voor ons, woont in ons om ons leven en levensvoorziening te zijn. Dagelijks, zelfs, elk uur moeten we Hem ervaren en genieten op deze manier. Dit wordt door het woord in 2Cor 13:14 aangaande het genot van de Drie-enige God, bevestigd.

De Bijbel laat duidelijk zien dat de Drie-enige God, nadat Hij door het proces van vleeswording, menselijk leven, kruisiging, opstanding en hemelvaart is gegaan, is voleindigd in de allesomvattende Geest die is gekomen om in onze geest te wonen. Halleluja, voor deze wonderbare allesomvattende Geest die in onze menselijke geest woont! Onze geest is dan wel een klein orgaan, maar deze Geest woont er niettemin in. (Life-study of 1 John, pp. 286-287)

WEEK 2 DAG 6

1Joh. 2:20 En u hebt de zalving vanwege de Heilige en u weet alles.

1Joh. 2:27 En wat u betreft, de zalving die u van Hem ontvangen hebt, blijft in u, en u hebt niet nodig dat iemand u leert; maar zoals zijn zalving u over alles leert, en waar is en geen leugen, en zoals zij u geleerd heeft, blijft u in Hem.

We kennen God niet alleen maar op een objectieve, leerstellige manier. Als degenen die uit God geboren zijn en Gods leven bezitten, kennen we Hem niet alleen maar objectief, maar juist op een subjectieve manier en uit ervaring. (Life-study of 1 John, p. 137)

In de brieven van Johannes is er een onderliggende gedachte. Deze gedachte is gerelateerd aan het feit dat er zekere ketterijen over de persoon van Christus binnengeslopen waren in de tijd dat deze brieven geschreven werden. Het effect van dit ketterse onderwijs was het genot van de heiligen van de Drie-enige God wegnemen. Dit genot heeft een brandpunt: God werd een mens, en deze God-mens volbracht verlossing en werd in opstanding de levengevende Geest. (Life-study of 3 John, p. 15)

De Drie-enige God, die nu organisch één met ons is, leert ons aangaande Zichzelf. Dit onderwijs is subjectief en naar onze ervaring. Dag na dag, wanneer wij met de Drie-enige God in de organische eenheid leven, genieten wij Hem, ervaren wij Hem en leven wij in Hem, met Hem, en door Hem. Dit leven is een voortdurend onderwijs van de dingen aangaande de Drie-enige God. We kunnen getuigen dat we de Drie-enige God zeker in ons dagelijkse leven genieten.

We kunnen het eten van voedsel als een illustratie gebruiken om de dingen van Drie-enige God te leren op een manier van genot en ervaring van Hem. Wanneer je voedsel eet, word je over het voedsel geleerd door het voedsel dat je eet. Dit is niet alleen maar een objectieve les over voedsel, het is een subjectief kennen van het voedsel door ervaring. Hoe meer je een bepaald voedsel eet, des te beter je het leert kennen. Deze kennis is niet leerstellig, het is volgens je ervaring. Op dezelfde manier leren we de Drie-enige God kennen door Hem te genieten en te ervaren. Het is onmogelijk om de Drie-enige God te kennen door alleen de leerstelling. We kunnen Hem echter kennen door Hem te genieten en te ervaren.

Wanneer de Drie-enige God ons genot en ervaring wordt, is Zijn beweging de zalving in ons. Als we dit begrijpen, stelt het ons in staat om een juiste definitie van zalving te geven: de zalving is het bewegen van de Drie-enige God die ons innerlijke genot en ervaring wordt.

In 1Joh 2:12-27 schrijft Johannes over de goddelijke Drie-eenheid volgens de groei in leven van de gelovigen. Eerst spreekt hij alle gelovigen aan als kleine kinderen, degenen wier zonden vergeven zijn door de Naam van de Heer. Daarna gaat Johannes verder om de vaders aan te spreken, de gelovigen die volwassen zijn in het goddelijke leven. Door de goddelijke zalving, hebben deze gelovigen Hem gekend die vanaf het begin is, dat wil zeggen, de eeuwige, de Christus die vanaf de eeuwigheid bestaat en die het Woord is vanaf het begin. De jonge mannen zijn de gelovigen die opgegroeid zijn in het goddelijke leven. Door de goddelijke zalving, hebben zij de boze overwonnen. Verder zijn zij sterk en blijft het woord van God in hen.

De indeling van Johannes van de gelovigen is volgens hun geestelijke leeftijd, niet volgens een of ander criterium. Sommigen zijn vaders, anderen zijn jonge mannen of jonge kinderen. Het gebruik van deze termen geeft duidelijk aan dat deze verzen in het bijzonder door Johannes geschreven waren op basis van de groei in leven.

Het feit dat het schrijven van Johannes gebaseerd is op de groei van de gelovigen in leven moet ons het besef geven dat als wij de Drie-eenheid willen begrijpen, in bijzonder zoals de goddelijke Drie-eenheid in dit gedeelte uitgelegd is, wij in het proces moeten zijn van groei in leven. Dit betekent dat we in de lijn van het leven moeten zijn. Wanneer we niet in de lijn van leven de groei in leven najagen, zullen we niet in staat zijn om ook maar iets van de goddelijke Drie-eenheid te begrijpen. (Life-study of 1 John, pp. 181, 166-167)