Printable version  Printable version
666
Alsem en Uitwerp...
Blij met Gods oor...
Brood en wijn
Crowned With Oil
De drie dopen
Door de woestijn ...
Evening and Morning
Feed My Sheep
Gedenk de Sabbatd...
Gedoopt in Christus
Gemeenschap
Gods stem horen
Het erdeel van Jabez
Het Woord Gods
Job ed weg tot zoo...
Latent power of th...
Licht uit schaduwen
Mozes ed weg tot ...
Uw naam worde ge...
Van oost naar west
Vrijmaking vd geest
Wetten van geeste...
Witness Lee
    Cruciale punten - w1
    Cruciale punten - w2
    Cruciale punten - w3
    Cruciale punten - w4
    Cruciale punten - w5
    Cruciale punten - w6
    Cruciale punten - w7
    Studie v. Exodus - w1
    Studie v. Exodus - w2
    Studie v. Exodus - w3
    Studie v. Exodus - w4
    Studie v. Exodus - w5
    Studie v. Exodus - w6
    Studie v. Exodus - w7
    Studie v. Exodus - w8
    Studie v. Exodus - w9
    VenE - week 1
    VenE - week 2
    VenE - week 3
    VenE - week 4
    VenE - week 5
    VenE - week 6

Vervolg op…

Het Visioen en de Ervaring van Christus
in Zijn Opstanding en Hemelvaart

WEEK 3 DAG 1

Act. 13:32-33 …dat God deze heeft vervuld aan ons, hun kinderen, door Jezus te verwekken, zoals ook in de tweede Psalm geschreven staat: ‘U bent mijn Zoon, heden heb ik U verwekt’.

1 Pet. 1:3 Gezegend zij de God en Vader van onze Heer Jezus Christus, die naar zijn grote barmhartigheid ons heeft wedergeboren doen worden tot een levende hoop door de opstanding van Jezus Christus uit de doden

Christus was in Zijn menselijkheid in Zijn opstanding door God verwekt om de eerstgeboren Zoon van God te zijn (Act. 13:33; Rom. 8:29b). In Zijn heerlijkheid in de verleden eeuwigheid was Hij de eniggeboren Zoon van God (Joh. 1:18). Als Hij de Zoon van God was, waarom moest Hij dan door God verwekt worden? Dit was omdat God een eerstgeboren Zoon nodig had.

Christus was de Zoon van God in de verleden eeuwigheid, Hij werd echter vlees (Joh. 1:14). Zijn vlees was menselijk, niet goddelijk, dit menselijke deel was beslist niet gerelateerd aan het goddelijke zoonschap. Dit menselijke deel moest door God verwekt worden, voor dit doel heb ik een nieuw woord bedacht - “verzoond”. De menselijkheid van Christus moest verzoond worden in Zijn opstanding. In Zijn opstanding bracht Hij Zijn menselijkheid tot in goddelijkheid, Hij maakte deze menselijkheid iets goddelijks. Christus werd in Zijn menselijkheid, in Zijn opstanding, verzoond, verwekt door God.

Al de gelovigen van Christus werden door God de Vader, door de opstanding van Christus, tot wedergeboorte gebracht (1Pet. 1:3). In Zijn opstanding werden we allen door God verwekt om Zijn velen zonen te zijn. De eerstgeboren Zoon van God en de vele miljoenen zonen van God werden tezelfdertijd verwekt in één “bevalling”. (The Christian Life, p. 80)

Vandaag de dag is mijn studie van de Bijbel betreffende opstanding een kristallisatie geworden. Christus’ opstanding bestaat niet alleen maar uit het opwekken van de Heer uit de dood. Het opwekken van Jezus Christus uit de dood was Gods daad; in deze goddelijke daad, volbracht God drie belangrijke zaken. Hij verwekte niet Zijn enige Zoon, maar Zijn eerstgeboren Zoon; Hij verwekte Zijn vele zonen in deze ene bevalling en Hij maakte deze Jezus Christus, die net door God verwekt was, de levengevende Geest. Drie grote verworvenheden vonden plaats in één daad.

De gehele economie van God wordt door deze drie zaken uitgedragen. Wanneer je Handelingen 13:33 (Act 13:33), 1Pet 1:3 en 1Cor 15:45b uit de Bijbel wil wissen, zouden de eerstgeboren Zoon van God, de vele zonen van God en de levengevende Geest afwezig zijn in de goddelijke openbaring. Hoewel deze zaken betreffende de opstanding van Christus in de Bijbel staan, zijn ze meestal afwezig in het fundamentele onderwijs van het huidige christendom. Zonder deze belangrijke items van de opstanding van de Heer zou er geen Gemeente, geen Lichaam van Christus zijn. Als er niets in de Bijbel zou zijn wat de eerstgeboren Zoon van God, de vele zonen van God en de levengevende Geest zou openbaren, zou er geen economie van God zijn. Deze zaken zijn nieuw voor vele christenen, ze zijn echter niet nieuw voor de Bijbel. (The Practical Way to Live a Life according to the High Peak of the Divine Revelation in the Holy Scriptures, pp. 34-35)

In 1Cor 15 rekent de apostel af met hun ketterse leer dat er geen opstanding van de doden is. Opstanding is de hartslag en levenslijn van de goddelijke economie. Als er geen opstanding was, zou God een God van de doden zijn, niet van de levenden (Mat. 22:32). Als er geen opstanding was, zou Christus niet zijn opgewekt van tussen de doden uit, Hij zou een dode Verlosser zijn, niet een Levende die voor eeuwig leeft (Rev. 1:18) en die in staat is volledig te behouden (Heb. 7:25). Als er geen opstanding was, zou er geen levend bewijs zijn van onze rechtvaardiging door Zijn dood (Rom. 4:25 en voetnoot RcV), geen uitdeling van leven (Joh. 12:24), geen wedergeboorte (Joh. 3:5), geen vernieuwing (Tit. 3:5), geen transformatie (Rom. 12:2; 2Cor. 3:18), en geen gelijkvormigmaking aan het beeld van Christus (Rom. 8:29). Als er geen opstanding was, zouden er geen leden van Christus zijn (Rom.12:5), geen Lichaam van Christus als Zijn volheid (Eph. 1:20-23), en geen Gemeente als de bruid van Christus (Joh. 3:29) en daarom geen nieuwe mens (Eph. 2:15; Eph 4:24; Col. 3:10-11). Als er geen opstanding was, zou Gods nieuwtestamentische economie helemaal in elkaar vallen en Gods eeuwige doel zou opgeheven zijn. (1Cor. 15:12, voetnoot 2 RcV)

WEEK 3DAG 2

Joh. 15:26 Maar wanneer de Voorspraak is gekomen, die Ik u zal zenden van de Vader, de Geest van de waarheid die van de Vader uitgaat, zal Die van Mij getuigen.

Joh. 16:13 Maar wanneer Hij is gekomen, de Geest van de waarheid, zal Hij u in de hele waarheid leiden; want Hij zal vanuit Zichzelf niet spreken, maar alles wat Hij zal horen, zal Hij spreken en de toekomstige dingen zal Hij u verkondigen.

Waarheid (werkelijkheid) verwijst naar de ware conditie van personen en zaken. Het Lichaam van Christus is de huidige Gemeente en haar werkelijkheid is de Geest van de werkelijkheid van de door een proces gegane Drie-enige God. De werkelijkheid van de door een proces gegane Drie-enige God is de voleindigde Geest van werkelijkheid (Joh. 14:7; Joh. 15:26; Joh. 16:13; 1Joh. 5:6). De werkelijkheid van alles wat de Drie-enige God is, heeft en kan doen, is eenvoudig deze Geest van de werkelijkheid. De werkelijkheid van dood en opstanding waar de Drie-enige God doorheen is gegaan, is ook de Geest van de werkelijkheid. (A Thorough View of the Body of Christ, p. 31)

De Geest van werkelijkheid maakt alles van de door een proces gegane Drie-enige God een werkelijkheid in het Lichaam van Christus (Joh. 16:13-15). Het is dezelfde Geest van werkelijkheid die al de rijkdommen van de Drie-enige God, die gewoon Zijn realiteit zijn, mogelijk en reëel maken in het Lichaam van Christus. Alles wat de door een proces gegane God is, rechtvaardigheid, heiligheid, leven, licht, kracht, genade en al de goddelijke eigenschappen ingesloten, worden verwerkelijkt door deze Geest van werkelijkheid om de ware eigenschappen van het Lichaam van Christus te zijn (Rom. 15:16b; Rom. 14:17; Eph. 3:16). Oorspronkelijk waren rechtvaardigheid, heiligheid, leven, licht, kracht en genade hoofdzakelijk Gods kenmerken; nu zijn deze eigenschappen verwerkelijkt in de Gemeente door de Geest in het Lichaam van Christus. De Gemeente bezit dus de werkelijkheid van de goddelijke eigenschappen zoals rechtvaardigheid, heiligheid, leven, licht, kracht en genade.

Verder worden alle ervaringen waar de Drie-enige God doorheen is gegaan, vleeswording, kruisiging en opstanding ingesloten, op dezelfde manier verwerkelijkt door de Geest van werkelijkheid om de ware ervaring van het Lichaam van Christus te zijn. Oorspronkelijk was het de Drie-enige God die vlees was geworden, gekruisigd en opgestaan. Toen de Geest van de werkelijkheid echter kwam, maakte Hij deze ervaringen van de Drie-enige God werkelijk in ons als onze ware ervaring. Hierdoor kunnen we vandaag de dag een normaal menselijk leven op aarde leven. We kunnen afrekenen met de negatieve zaken die ons overkomen, door de capaciteit van de dood van Christus. We verliezen ons humeur niet, we verwijten of keuren anderen niet af, omdat de dood van Christus in ons is verwerkelijkt door de Geest van werkelijkheid. Bovendien werkt de Geest met de opstanding van Christus, in ons om ons in staat te stellen anderen lief te hebben en te vergeven. Dit is de Geest van de werkelijkheid van de Drie-enige God die de werkelijkheid van het Lichaam van Christus wordt.

Uiteindelijk moeten we ter conclusie zien dat zowel de essentie als de werkelijkheid van het Lichaam van Christus volkomen zaken zijn van de Geest van de door een proces gegane en voleindigde Drie-enige God. De Geest is de werkelijkheid van de essentie en ook de essentie waartoe de werkelijkheid behoort. Essentie benadrukt de innerlijke substantie, terwijl werkelijkheid de uiterlijke verwezenlijking benadrukt. Omdat de Geest de innerlijke substantie van het Lichaam van Christus is, is het ook de uiterlijke verwezenlijking. Zowel de innerlijke essentie en substantie als de uiterlijke werkelijkheid en verwezenlijking zijn van de Geest. Deze Geest is het geheim van alles wat de Drie-enige God is voor het Lichaam van Christus. Het geheim van Gods liefde voor het Lichaam van Christus, terwijl Hij het heiligt en versterkt, is met de Geest van werkelijkheid. Het is de Geest van werkelijkheid die Gods liefde werkelijk maakt in het Lichaam van Christus, zodat het geheiligd en versterkt kan worden. Deze Geest van werkelijkheid is de door een proces gegane Drie-enige God Zelf, alsook het totaal van alle eigenschappen van de door een proces gegane Drie-enige God. Verder is de Geest ook de werkzaamheid van al de processen van de door een proces gegane Drie-enige God. Vleeswording, kruisiging en opstanding hebben allen hun werkzaamheid en deze werkzaamheid is alleen maar de Geest van essentie en werkelijkheid. De werkzaamheid van zowel de dood als de opstanding van Christus wordt in ons, die de Geest van essentie en werkelijkheid bezitten, tentoongesteld. (A Thorough View of the Body of Christ, pp. 31-33)

WEEK 3DAG 3

Eph. 2:6 …en heeft ons mee opgewekt en mee doen zitten in de hemelse gewesten in Christus Jezus

Phil. 3:10-11 …om Hem te kennen en de kracht van zijn opstanding en de gemeenschap aan zijn lijden, terwijl ik aan zijn dood gelijkvormig word, om hoe dan ook te komen tot de opstanding uit de doden.

Nadat Christus de gehele oude schepping door Zijn allesomvattende dood had beëindigd, werd de Gemeente voortgebracht in Zijn opstanding (1Pet. 1:3; Eph. 2:6). De Gemeente is een eenheid absoluut in opstanding, zij is niet natuurlijk of uit de oude schepping. De Gemeente is een nieuwe schepping, geschapen in en door de opstanding van Christus. We moeten dit visioen zien. Naast het feit dat we moeten zien dat de Gemeente in de opstanding van Christus werd voortgebracht, moeten we ook zien waar de Gemeente is. De Gemeente is vandaag de dag in Christus in hemelvaart. Eph 2:6 geeft aan dat de Gemeente opgewekt is met Christus en dat de Gemeente nu gezeten is met Christus in de hemelen. Daarom is de Gemeente absoluut en puur uit het element van Christus en verblijft zij absoluut in de hemelen met Christus. Bij de Gemeente is er geen ander element dan Christus. Zo’n visioen zal je tot het uiterste beheersen en zal alles wat niet uit Christus is, niet uit opstanding of niet hemels is, uitsluiten. Bij de gelovigen is er nog steeds het vlees van zonde, maar bij de Gemeente is er geen vlees van zonde omdat de Gemeente in opstanding werd geboren (1Pet. 1:3). (Elders’ training, Book 2: The Visioen of the Lord’s Recovery, pp. 37-38)

Als een beeld van Christus, portretteert de kandelaar Christus als het opstandingsleven dat groeit, zich vertakt, uitbot en bloeit om het licht te schijnen. De kandelaar is een groeiende eenheid. Omdat de kandelaar een beeld van Christus is, duidt hij erop dat Christus degene is die groeit. De kandelaar is niet gemaakt van slechts één rank en één lamp. Wanneer de centrale steel groeit, brengt deze drie paar ranken voort; bovendien groeien al de ranken en hebben knoppen en bloesems. Wanneer de steel van de kandelaar begint met groeien, brengt hij de eerste paar ranken voort. Als hij verder groeit, brengt hij het tweede paar en uiteindelijk het derde paar voort. Uiteindelijk groeit de steel naar zijn volledige maat. Dit duidt er allemaal op dat Christus groeit.

Christus groeit eerst in Zichzelf en dan ook in ons als de ranken. Het lijkt erop dat de ranken groeien, maar eigenlijk is het het ‘gewas’ dat groeit door en binnenin de ranken. Dit duidt op de groei van Christus in ons; als de centrale stengel groeit Christus in Zichzelf, door Zichzelf en met Zichzelf. In de zes ranken echter, groeit Hij in ons, door ons en met ons. (Life-study of Exodus, pp. 1097-1098)

Degene die Adam had geschapen kwam om een mens te zijn en leefde een menselijk leven in opstanding. Hij verloochende Zijn natuurlijke menselijkheid, Hij deed nooit iets uit Zichzelf (Joh.5:19, 30). Hij deed alles in Zichzelf, maar niet uit Zichzelf. Wij moeten ook niets doen in ons natuurlijk leven maar in Christus’ opstandingsleven. Jezus leefde en wandelde op deze aarde in Zijn vlees, Hij verwierp echter dit vlees, Hij verwierp Zijn natuurlijk leven.

Hij was een goddelijk en mystiek persoon die in het goddelijke en mystieke bereik leefde, en die alles deed op een goddelijke en mystieke wijze. We moeten zulke personen zijn. Als we op een kantoor werken moeten degenen rondom ons het gevoel hebben dat er iets buitengewoons met ons is. Dit buitengewone is goddelijk en mystiek; we moeten allen door de Heer tot discipelen gemaakt worden om goddelijke en mystieke personen te zijn.

We worden als discipelen geleid om vanuit een natuurlijk mens een God-mens te worden die het goddelijke leven leiden door het verloochenen van ons natuurlijke leven volgens het model van Christus als de eerste God-mens (Mt. 28:19). (The Vital Groups, pp. 92, 17, 36)

Alles wat ten uitvoer wordt gebracht, zelfs Schriftuurlijk, maar in het natuurlijke leven, is niet de werkelijkheid van het Lichaam van Christus. Het Lichaam van Christus is absoluut iets in het opstandingsleven van Christus. (Practical Points concerning Blending, p. 20)

WEEK 3 DAG 4

2Cor. 1:9 Ja, wijzelf hadden het doodvonnis al in onszelf, opdat wij geen vertrouwen zouden hebben op onszelf, maar op God die de doden opwekt

2Cor. 4:16 …maar al raakt ook onze uiterlijke mens in verval, toch wordt onze innerlijke van dag tot dag vernieuwd.

Hoewel de levende God veel kan doen ten behoeve van de mens, kan de natuur van de levende God zich niet vermengen met de natuur van de mens. Wanneer, aan de andere kant, de God van opstanding werkt, wordt Zijn eigen natuur in de natuur van de mens gewerkt. Broeders en zusters, neem er alstublieft notitie van dat zelfs wanneer de levende God iets ten behoeve van jou gedaan heeft, Hij na deze daad, net als daarvoor, nog steeds Hij is en jij bent nog steeds jij. Zijn werking ten behoeve van jou deelt niets van Zijn natuur uit in jou. De levende God kan ten behoeve van de mens werken, maar de natuur van de levende God kan zich niet verenigen met de natuur van de mens. Aan de andere kant is het zo dat wanneer de God van opstanding werkt, Hij Zichzelf aan de mens bekendmaakt door wat Hij voor hem doet.

De apostel Paulus getuigt dat hij niet alleen de levende God kent, maar ook de God van opstanding. Paulus werd zo zwaar beproefd dat hij zelfs aan zijn leven wanhoopte. Het was echter hierdoor dat hij leerde om de God die de doden opwekt, te vertrouwen. Toen de God van opstanding ten behoeve van hem handelde om hem uit de doden op te wekken, vervulde deze goddelijke daad niet alleen iets voor Paulus, dit maakte ook Gods eigen natuur aan Paulus bekend. (The God of Resurrection, pp. 6-7)

Opstandingsleven is een leven dat alle leed kan overwinnen, en zelfs de dood kan verzwelgen. Een broeder die ziek is kan zich van veel zwakheid bewust zijn en zwaar beproefd worden, niettemin verdiept het besef dat God niet werkt om Zijn macht in uiterlijke daden bekend te maken, maar werkt om Zichzelf uit te delen. Op een geleidelijke manier ontvangt hij licht en geleidelijk keert gezondheid terug. Deze broeder ervaart niet alleen genezing, hij komt in een nieuwe ervaring van God.

Het belang van lijden houdt in dat de verwoesting die het aan de oude schepping toebrengt een gelegenheid voor de God van opstanding voorziet om Zichzelf in Zijn schepselen uit te delen zodat zij vanuit het proces van dood tevoorschijn komen met een goddelijk element in hun samenstelling. Het primaire doel van lijden in dit universum, vooral als het de kinderen van God betreft, is dat door dit lijden de natuur van God Zelf in de natuur van de mens gewerkt kan worden. Door een proces van uiterlijk verval heen, vindt er een innerlijk proces plaats dat een nieuwe samenstelling aan ons leven toevoegt (2 Kor. 4:16). (The God of Resurrection, pp. 8-9, 15)

Vindt er vernieuwing in ons plaats, of blijven we hetzelfde dag na dag en jaar na jaar? Het zou tragisch zijn als we door veel lijden heen moeten en nog steeds hetzelfde blijven. Om Zijn vernieuwende werk in ons en met ons te vervullen, wordt God ons leven en natuur binnenin. Daarbij beheerst God als de soevereine Heer het gehele universum om ons te vernieuwen. God gebruikt de omgeving om Zijn leven en natuur in ons te werken. Zonder de omgeving zouden we nooit vernieuwd kunnen worden, we zouden hetzelfde blijven.

God verlangt ernaar dat we de nieuwe schepping zijn. Wanneer al Gods kinderen door het proces van vernieuwing heen gaan om het Nieuwe Jeruzalem te worden, zullen ze in een toestand van volledig vernieuwd zijn. De heilige stad wordt het Nieuwe Jeruzalem genoemd omdat het geen oud element van Gods oude schepping bevat. Wanneer we door beproevingen gaan, moet er dag na dag een voortdurende vernieuwing in ons plaatsvinden zodat God Zijn hartsverlangen kan vervullen. (Being Renewed Day by Day, pp. 22-23, 28)

Christus is ons leven. Wij, de God-mensen, leven een menselijk leven om God tot uitdrukking te brengen, niet door ons eigen leven, ons natuurlijke leven, maar door het goddelijke leven van Christus in opstanding (Col. 3:4). Christus leven door het goddelijk leven van Christus in opstanding, is Christus in ons laten groeien zodat we innerlijk gevormd en zelfs gelijkvormig gemaakt worden aan het beeld van Christus als de Eerstgeborene van God onder vele broeders (Gal. 4:19, Rom. 8:29b). (The Practical Way to Live a Life to the High Peak of the Divine Revelation in the Holy Scriptures, pp. 44-45)

WEEK 3DAG 5

2Cor. 4:10-12 …altijd het sterven van Jezus in het lichaam omdragend, opdat ook het leven van Jezus in ons lichaam openbaar wordt. Want wij die leven, worden altijd aan de dood overgegeven om Jezus’ wil, opdat ook het leven van Jezus openbaar wordt in ons sterfelijk vlees. De dood werkt dus in ons, maar het leven in u.

De Bijbel leert ons vernieuwd te worden volgens niets van onszelf. We worden vernieuwd door de toevoeging van God in ons wezen, door meer toevoeging van het goddelijk element in ons wezen. Het ware christelijke leven is God in de morgen en in de avond en dag na dag in ons toegevoegd krijgen.

Gods doel is dat wij dag na dag vernieuwd worden. Om vernieuwd te worden hebben we de nieuwe toevoeging van God dagelijks in ons nodig. We moeten dagelijks met God in contact komen, onszelf naar Hem openen en Hem in ons laten komen om dag na dag een nieuwe toevoeging in ons te zijn. (Being Renewed Day by Day pp. 24-25)

Wanneer God in ons toegevoegd wordt, blijft Hij daar niet alleen terwijl Hij niets doet, God werkt in ons (Fil. 2:13). God werkt in ons, bekrachtigt ons en in dit goddelijke element bevindt zich het vernieuwende vermogen. We moeten het vernieuwende vermogen van het goddelijk leven in opstanding dag na dag genieten.

Dit is de reden waarom we moeten leren aan onszelf te sterven. Hoe sterven we aan onszelf? Iedere morgen moeten we met de Heer in contact treden. In de eerste plaats moeten we onze zonden belijden, op de tweede plaats moeten we onszelf verwerpen. In het verwerpen van onszelf, gaan we door de dood van Christus heen, en de dood van Christus doodt ons. In 2Cor 4 spreekt Paulus over “het sterven van Jezus omdragende” (2Cor 4 10). Dit betekent dat Jezus ons, in positieve zin, altijd doodt, in Jezus is er het dodende element. Hij is ons medicijn om ons te genezen, tot leven te wekken, en alle negatieve dingen in ons te doden.

God heeft de beste voorzieningen om ons te helpen de vernieuwing te ontvangen. De eerste voorziening is het kruis, het sterven van Jezus. Volgens 2 Korintiërs 4 droeg Paulus altijd het sterven van Jezus in het lichaam om. Het kruis is de grootste hulp om onze vernieuwing te vervullen.

De tweede voorziening is de Heilige Geest. Titus 3:5 spreekt over de “vernieuwing van de Heilige Geest”. We hebben de Heilige Geest in ons. Zijn belangrijkste werk is ons tot wedergeboorte brengen en vervolgens ons dagelijks vernieuwen.

De derde voorziening die God ons gaf is onze vermengde geest, onze menselijke geest vermengd met de goddelijke Geest. In onze menselijke geest woont, werkt en vernieuwt de Heilige Geest ons. Eph 4:23 zegt dat we vernieuwd moeten worden in de geest van ons denken. Onze geest is de plaats waar we de vernieuwing ontvangen. Onze vermengde geest verspreidt zich in ons verstand en wordt zo de geest van ons verstand. In zo’n geest worden we vernieuwd voor onze transformatie.

Naast het kruis, de Heilige Geest en onze geest, hebben we het heilige Woord. Het Hoofd van het Lichaam reinigt de Gemeente, Zijn Lichaam, door de wassing met water door het woord (Eph. 5:26). Omdat ik de Bijbel al zo lang heb bestudeerd, kan ik hoofdstukken zoals Matteüs 1 en Romeinen 8 opzeggen. Wanneer ik alleen al aan de inhoud van deze hoofdstukken denk, word ik al gewassen. Wanneer ik denk aan Rom 8:4 - wandelen in de geest - word ik gewassen. We moeten allemaal dagelijks gewassen worden met het water door het woord.

Wanneer we tot de tafel van de Heer komen, hebben we vernieuwing nodig. De tafel die Hij instelde, was nieuw en de tafel die Hij in het koninkrijk van Zijn Vader zal nemen, zal nieuw zijn (Mat. 26:29). We moeten tot de tafel van de Heer komen op een nieuwe manier, in het principe van nieuwheid. Hoe kunnen we tot de tafel in nieuwheid komen? We moeten beseffen dat alle negatieve dingen een oorzaak en factor van oudheid zijn, negatieve dingen maken dat we oud zijn.

We hebben een grondige belijdenis en een grondige afrekening nodig. Iets anders wat ons oud maakt, is anderen niet kunnen vergeven. Vergeef mensen altijd (Mat. 18:21-22, 35; Eph. 4:32; Eph. 5:2) en zoek altijd naar vergeven worden (Mat. 5:23-24). (Being Renewed Day by Day, pp. 25-26, 14-16)

WEEK 3DAG 6

Phi. 3:3 Want wij zijn de besnijdenis, wij die God dienen door de Geest van God, en in Christus Jezus roemen en niet op vlees vertrouwen;

Act. 7:35 Deze Mozes, die zij hadden verloochend door te zeggen: Wie heeft u tot overste en rechter aangesteld? -deze heeft God en als overste en als verlosser gezonden door de hand van de engel die hem was verschenen in de braamstruik.

De natuurlijke kracht en bekwaamheid zijn bruikbaar als ermee afgerekend is door het kruis. Nadat ermee afgerekend is door het kruis, zijn ze in opstanding. Sommige broeders spreken in hun natuurlijke welsprekendheid, andere broeders spreken echter met een welsprekendheid waarmee door het kruis is afgerekend. Dit is welsprekendheid in opstanding. Sommigen die een tekort aan ervaring hebben zouden zich af kunnen vragen wat het verschil is tussen natuurlijke welsprekendheid en welsprekendheid in opstanding. Het is moeilijk uit te leggen, als je echter de ervaring hebt, is het makkelijk te onderscheiden.

In opstanding is er iets goddelijks gewerkt in onze kracht en bekwaamheid. Het kruis werkt altijd het goddelijke element in de persoon met wie het afrekent, en brengt zo God in hem. In de natuurlijke welsprekendheid is er geen God. De welsprekendheid waarmee afgerekend is in opstanding, is vol van God. Nadat er met ons is afgerekend wordt onze kracht en bekwaamheid bruikbaar in opstanding voor onze dienst aan de Heer. (Basic Lessons on Service, pp. 155-156)

We moeten zeker bekwaamheid verwerven, maar als we eenmaal de bekwaamheid hebben, moet ermee afgerekend worden. Dit is precies wat er met Mozes gebeurde, de geschiedenis van Mozes is de beste om de zaak van het verwerpen van de natuurlijke kracht en bekwaamheid te illustreren. Geen andere persoon in de Bijbel is zo goed als Mozes in dit aspect.

Handelingen 7:22 (Act 7:22) vertelt ons dat Mozes in alle wijsheid van de Egyptenaren was opgevoed en machtig was in zijn woorden en werken. Hij kwam naar voren om voor God te werken, om Gods volk te bevrijden uit de tirannie van farao. Mozes deed iets voor Gods volk volgens zijn eigen wil (Act. 7:23-26), hij was er zeker van dat hij iets kon bereiken, hij voerde echter zijn eigen wil uit, niet Gods wil. God zette Mozes met opzet en op een soevereine manier veertig jaar apart (Exo. 2:14-15; Act. 7:27-30). In die veertig jaar leerde Mozes God te dienen volgens Zijn leiding en op Hem te vertrouwen (Act. 7:34-36; Heb. 11:28). Mozes werd uiteindelijk een persoon die niets deed volgens zijn eigen wil, hij handelde altijd volgens de leiding van de Heer. De Heer leidde hem en hij volgde. Hij had geen vertrouwen in zijn eigen bekwaamheid. Hoewel hij zeer capabel was, gebruikte hij niet zijn natuurlijke bekwaamheid. Zijn natuurlijke bekwaamheid was beëindigd, het werd dus een bekwaamheid in opstanding. De bekwaamheid in opstanding komt overeen met Gods beweging. Als er niet met bekwaamheid afgerekend is, is het gescheiden van Gods beweging. Als er echter door het kruis mee afgerekend is, wordt onze bekwaamheid één met Gods beweging. Eigenlijk werd God in Mozes’ bekwaamheid gewerkt, zijn bekwaamheid was uiteindelijk vol van God.

Petrus was vol zelfvertrouwen in zijn natuurlijke kracht en bekwaamheid, zelfs tot het punt dat hij dacht dat hij de Heer naar de gevangenis en naar de dood zou volgen (Luk. 22:33). Petrus werd beproefd en hij verloochende de Heer driemaal, zelfs tegenover een dienstmeisje (Joh. 18:15, Joh. 18:25-27). Petrus was helemaal verslagen en werd een complete mislukking (Mat. 26:69-75). Hoewel hij een hart had dat de Heer liefhad, vertrouwde hij teveel op zijn eigen, natuurlijke kracht. Zijn liefde voor de Heer was kostbaar, maar zijn natuurlijke kracht moest verloochend en beëindigd worden. De Heer liet toe dat Petrus volkomen faalde doordat hij de Heer in Zijn gezicht driemaal verloochende, zodat er met zijn natuurlijke kracht en zelfvertrouwen afgerekend kon worden. Door deze mislukking heen leerde Petrus de broeders te dienen door geloof in de Heer en met nederigheid (Luk. 22:32; 1Pet. 5:5-6). Petrus was waarlijk gebroken en werd gekeerd vanuit zijn natuurlijke bekwaamheid naar iets in opstanding.

Onze natuurlijke kracht en bekwaamheid moet beëindigd worden en aan het kruis genageld worden. Dan zullen zij in opstanding zijn en vol van het goddelijke element. Wat we dan ook zullen doen in de dienst van de Gemeente zal een bediening van het goddelijke element aan anderen zijn. (Basic Lessons on Service, pp. 156-158)