De leer van de vroege kerk over vuur
De Bijbelse betekenis van VUUR in de Bijbel staat symbool voor reiniging en zuivering. Alle oordelen in de Bijbel moeten ook binnen die context en die parameters gezien worden, omdat God niet los van Liefde oordeelt, want HIJ IS LIEFDE.
Hij schiep de aarde NIET zodat deze grotendeels verwoest kon worden. Het plan was om alle dingen te herstellen. Hoewel het lijkt dat de meeste christenen Zijn mogelijkheid om Zijn oorspronkelijke doel te behalen in twijfel te trekken is Hij geen mislukkeling. Mislukken of falen is zondigen, omdat het Hebreeuwse woord voor zonde kawtaw betekent: falen om het doel te raken of om het doel te bereiken.
God mist Zijn doel niet en daarom is Hij geen zondaar.
De wijsheid van God komt eveneens in het gehele plan tot openbaring. Door Zijn wijsheid zijn alle dingen geschapen (Spreuken 8: 22-31). Toen Hij vuur schiep was Hij wijs genoeg om dit een goed doel te geven dat Zijn karakter en Liefde weerspiegelt. Daarom schreef Clemens van Alexandrië, de eerste christelijke leider, in de tweede eeuw:
“Wij menen dat het vuur niet het vlees, maar de zondige zielen zuivert. Wij noemen het niet een alles verslindend en gemeen vuur, maar een ‘wijs vuur’, een vuur dat de ‘ziel doorboort’ wanneer het er doorheen brandt.” [Stromata, VII, vi]
Hij maakt onderscheid tussen het vuur van God en “gemeen vuur”, hetgeen het soort vuur is dat wij op aarde hebben. Ergens anders schrijft hij:
“Vuur wordt opgevat als een weldadige en sterke kracht. Het vernietigd de basis en behoudt het goede; daarom wordt dit vuur door de profeten ook “wijs” genoemd.” [Eccl. Proph. XXV, iv]
Over de aard van Gods oordeel over zondaren schrijft hij:
“Oordeel is in haar werking te vergelijken met een medicijn; het lost het verharde hart op, zuivert de onreinheid eruit en reduceert de zwelling van trots en hoogmoedigheid; waardoor het haar object dus herstelt tot een gezonde en reine staat.” [The Instructor, Vol. 1]
Overduidelijk begreep Clemens het doel van Gods vuur als zijnde heilzaam voor zondaren, want het is ontworpen om hen te corrigeren en te herstellen tot een juiste relatie met God. Haar doel was om het herstel van alle dingen te volbrengen. In 1 Tim. 4:10 zegt Paulus tegen Timotheüs: “omdat wij onze hoop gevestigd hebben op de levende God, Die een Behouder is van alle mensen, in het bijzonder van de gelovigen.”
Clemens geeft hierop het volgende commentaar,
“Waarbij alle mensen Hem toebehoren; enkelen door kennis en ander WETEN HET NOG NIET… Want Hij is de Redder; en niet alleen de Redder van enkelen, waarbij de rest buiten beschouwing blijft… En hoe kan Hij nu Redder en Heer zijn als Hij niet de Redder en Heer van ALLEN is? Maar Hij is de Redder van hen die geloofden en de Heer van hen die NIET geloofden, totdat, wanneer zij in
staat Zijn om tot hen te bekeren, zij de bijzondere en passende zegen van Hem zullen ontvangen. De Eerste Bestuurder van het universum die door de wil van de Vader de redding van allen aanstuurt… want alle dingen zijn, zowel gemeenschappelijk als afzonderlijk, samengesteld met het oog op de redding van het universum door de Heer van het universum… Maar de noodzakelijke
correcties, die door de goedheid van de allesziende Rechter geschieden door dienende engelen en door verschillende voorafgaande oordelen, of door het grote en laatste oordeel, bevelen enorme zondaren om zich te bekeren.” [Stromata, VII, vi]
Clemens schreef eveneens een commentaar op 1 Johannes. In zijn boek haalde hij 1 Joh. 2:2 aan, waar volgende staat:
“En Hij is een verzoening voor onze zonden; en niet alleen voor de onze, maar ook voor de zonden van de hele wereld.”
Zijn commentaar is als volgt:
“En niet alleen voor de onze, oftewel voor hen die trouw zijn, zegt de Heer de Verzoener, maar ook voor de zonden van de hele wereld. Hij redt ons werkelijk allemaal; maar sommigen redt hij door hen door middel van oordelen te bekeren; anderen die Hem echter vrijwillig volgen redt Hij met waardigheid en eer; zodat zich zal buigen van hen die in de hemel, en die op de aarde, en die
onder de aarde zijn– dit betekent engelen en mensen.”
Niemand kan betwisten dat Clemens in het herstel van alle dingen geloofde. Hij verklaart heel helder dat hij geloofde dat “oordeel” en “vuur” geschapen zijn om zondaren te redden, en niet om hen te vernietigen.
De apostel Thomas evangeliseerde als eerste in Alexandrië, Egypte. Het evangelie van Thomas bestaat, maar het is niet aannemelijk dat hij deze ook zelf heeft geschreven. In die dagen was het gebruikelijk om onder een naam te schrijven van iemand die bekendheid genoot, om zo waarde aan iemands eigen boek te verlenen. Desalniettemin laat het wel zien dat de mensen in die tijd wisten dat Thomas de oorspronkelijke evangelist was die naar Egypte was gegaan.
Pantaenus stond na hem op en hij begon in Alexandrië een private christelijke school. Hij weigerde om zijn onderwijs voor komende generaties op papier te zetten. Toen hij Alexandrië verliet om een zendeling in India te worden liet hij de school in de handen van Clemens achter. Hij was de eerste die de dingen die al een eeuw onderwezen waren op papier ging zetten.
Toen in het jaar 202 n.Chr. de vervolging uitbrak, vluchtte Clemens naar Antiochië. Het daarop volgende jaar benoemde de bisschop Origenes om hen te vervangen als hoofd van de catechese school, hoewel Origenes op dat moment slechts 18 jaar oud was. Origenes was de eerste ware christelijke theoloog en de meest vruchtbare van alle schrijvers van vroege Kerk.
In “The Ante-Nicene Fathers”, Vol. VI, p. 3, lezen we de volgende getuigenis van kerkhistorici,
“Alexandrië blijft het hoofd van het christelijke onderwijs… wij hebben alreeds de continuïteit van de grote Alexandrijnse school aanschouwd; hoe deze ontstond en hoe Pantaenus Clemens verwekte, en Clements Origenes. Vervolgens verwekte Origenes Gregorius en zien we hoe de Heer ons, vanaf het begin, eeuw na eeuw, een geestelijke generatie van Kerkleraren schonk. De Heer heeft Origenes waarlijk een heilig zaad geschonken, dat beter is dan natuurlijke zonen en dochters.”
Naast de school aan Alexandrië bestonden er nog vijf andere scholen in de volgende hoofdsteden: Caeserea, Antiochië, Carthago, Ephesus en Edessa. Die in Carthago was een Latijn sprekende school die eeuwige oordelen voor ongelovigen onderwees. De school in Ephesus onderwees dat alle zondaren door vuur vernietigd zouden worden. De overige vier onderwezen het herstel van alle dingen.
Het is heel veelzeggend dat de laatste vier scholen Grieks als moedertaal gebruikten. Zij hadden een betere positie om de Nieuw testamentische geschriften te begrijpen. Het meest gewichtige belang was dat zij de term aionian begrepen als zijnde een bepaalde tijdsperiode. Vandaar dat wanneer zij over “aionian oordeel” lazen, zij hier niet de betekenis van EINDELOOS oordeel aanhingen.
Dit is een van de belangrijkste sleutels om de duur van de tijd die zondaren in “de vuurpoel” moeten doorbrengen te betwisten. Wanneer het een eindeloze straf is heeft het geen heilzaam doel, maar richt het zich op het martelen en vernietigen van de zondaar. Maar als het “aionisch (of “tijdperk gebonden”) is, dan moet het uiteindelijk tot een einde komen wanneer het goddelijke oordeel haar goede doel heeft behaald.