Printable version  Printable version
Beeldspraak
Commentaren
Getallensymboliek
Woordenlijst
    abib
    Abraham
    Adam
    Ai
    Amalek
    Apologie
    As
    Aser
    Autoriteit vs. Soeve...
    Babel
    Benjamin
    Berg
    Betel
    Bethanië
    Bethesda
    Bethlehem
    Bethsaïda
    Christus
    Donder
    Doop
    Eersteling
    Eeuw, eeuwig
    Efraïm
    Egypte
    Einde
    Engel
    Gad
    Getallensymboliek
    Gods plan
    Gods wil vs. Gods plan
    Goliath
    Goud
    hagel
    Hebron
    Herodes Antipas
    Isaak
    Issaschar
    Jakob
    Jezus
    jubeljaar
    Juda
    Kalmoes
    Kanaän
    Kaneel
    Kapernaüm
    Kassie
    Lampenstandaard
    Lazarus
    Levi
    Licht
    Liefde
    Lijden
    Mamre
    Manasse
    melaatsheid
    Mirre
    More
    Mozes
    Naftali
    Nazareth
    Parel
    Ruben
    sabbatsjaar
    Satan
    Sichem
    Siloam
    Simeon
    Sion
    Straf
    Urim en Thummim
    Verloren gaan
    Verlosser
    Vijgen
    Water
    Wijn
    Wonderteken
    Zebulon
    Zee
    Zeloot
    Zonde
    Zoon des Mensen
    zout
    zuurdesem
 

123456789012345678901212345678901234567890121234567890123456789012123456

1234567890123456789012345678901234567890123456789012345678901234567890123456789012345678123456789012345678901234567890123456789012345678901234567890123456789012345678901234567812345678901234567890123456789012345678901234567890123456789012345678901234567890123456781234

Abib

Abib betekent ‘ontluiking’, ‘ontkieming’

Als we geheiligd worden voor God door Christus als onze vervanger te nemen, dan moeten we de maand Abib ervaren (Exo:13:4), een periode die ons hele christelijke leven inhoudt, een tijdsperiode waarin we het nieuwe leven genieten. Daarom betekent Abib een nieuw begin van leven. Om geheiligd voor de Heer te zijn voor Zijn tevredenheid, hebben we zo’n nieuw begin van leven nodig. We moeten een groene tarweaar zijn die ontkiemt met nieuw leven.

In dit nieuwe begin van leven moet er geen zuurdesem zijn. In de Bijbel betekent zuurdesem zondigheid of verderf. We moeten met alle zonde afrekenen die geopenbaard is. We moeten geen enkele zonde tolereren nadat deze is blootgesteld. Ongezuurd brood eten is de Heer op deze manier waarlijk gedenken, een echte gedachtenis. Zij die geheiligd zijn door Christus als hun vervanging te hebben en die een nieuw begin van leven hebben zonder zonde zullen een dagelijkse wandel hebben die een gedachtenis waardig is. Als we de juiste ervaring van Gods behoudenis hebben, zullen we een heerlijke geestelijke geschiedenis hebben. Na ons Pascha, zullen we geheiligd worden voor de Heer door Christus te nemen als onze vervanging om in ons te leven. Dan zullen we een nieuw begin van leven hebben en met alle blootgestelde zonde zal worden afgerekend. Een dergelijk leven zal een gedachtenis zijn.

Exodus 13:19 maakt duidelijk dat de beenderen van Jozef met de kinderen van Israël uit Egypte werden gebracht. Het mag misschien vreemd lijken dat deze beenderen van Jozef in hetzelfde hoofdstuk worden genoemd als de maand Abib. Op het eerste gezicht lijkt er geen verband tussen deze twee zaken te zijn. Groene tarwearen, aangeduid door Abib, zijn vol leven. Maar dode beenderen hebben geen leven. We moeten ons echter herinneren dat in de Bijbel ‘been’ het onbreekbare leven symboliseert, een leven in opstanding (Joh. 19:36). Daarom hebben de beenderen in Exodus 13:19 iets te maken met het opstandingsleven.

In de ogen van God waren alle kinderen van Israël dood en begraven in de graven van Egypte. Dat was hun situatie voor het Pascha. Het land Egypte was een groot kerkhof waarin Gods volk begraven was. Daarom was Zijn volk vanuit Gods oogpunt, dorre beenderen. Het beeld van dorre beenderen in Ezechiël 37 laat ons de conditie van de kinderen van Israël in Egypte zien; zij waren dorre beenderen die in opstanding moesten worden gebracht en gevormd tot een leger (Eze. 37:1, 10). De uittocht uit Egypte was daarom eigenlijk een opstanding (Witness Lee, Life-study of Exodus, pp. 305, 307-310). En het nieuwe leven van Abib is het leven in de opstanding.