Vervolg van …

De cruciale punten van de hoofdzaken

van het hedendaagse weder-opbouwwerk van de Heer

WEEK 3DAG 1

Psa. 118:22 De steen die de bouwlieden versmaad hebben, is tot een hoeksteen geworden;

1Pet. 2:4 …tot Wie u komt, tot een levende steen, door mensen wel verworpen maar bij God uitverkoren en kostbaar

Een persoon meet vaak de waarde van iets volgens de hoeveelheid kennis die hij hierover heeft. In Mat 23:16-26 vinden we een groep mensen van wie de ogen op de schoonheid van de tempel gericht waren en hoe het hoofdzakelijk met goud gebouwd was. Ze namen in overweging dat de tempel erg waardevol moest zijn. Sommigen zagen het altaar en vergeleken het met de ossen, lammeren en tortelduiven die daarin geofferd werden. Zij rekenden dat het altaar maar van weinig waarde was, terwijl de ossen, lammeren en tortelduiven waardevoller waren. Sommigen offerden een tiende van het mint, anijs en komijn, ze negeerden echter de meer gewichtige zaken van de wet - recht, genade en trouw. Sommigen waren heel voorzichtig over alles, zij zijn degenen die de mug uitziften, maar de kameel doorzwelgen. Sommigen hadden haast om de drinkbeker en de schotel te gebruiken, ze reinigden de buitenkant, terwijl het aan de binnenkant smerig was. De Heer Jezus noemde deze mensen in Mat 23:16-26 dwazen, blinden en huichelaars omdat ze het ware begrip van waarde niet kenden, hun begrip van waarde was totaal verkeerd. (CWWN, vol. 60, p. 387)

Wanneer een persoon gered wordt, veranderd zijn begrip van waarde. Hij koestert niet langer wat hij altijd koesterde en hij waardeert dat wat hij ooit verachtte. Dit is een verandering in zijn begrip van waarde. Iemand die niet zo ’n verandering in zijn opvatting heeft gezien, is geen ware Christen. De Bijbel spreekt vaak van een verandering in iemands begrip van waarde. Hoofdstukken zoals deze kunnen nieuwe gelovigen licht geven. Dit gedeelte laat ons een juist begrip van waarde zien voor een Christen. Laten we een paar voorbeelden in overweging nemen om ons punt te bewijzen.

Psalm 118:22 zegt: “De steen die de bouwlieden versmaad hebben, is tot een hoeksteen geworden”. Dit is een verandering in waardebepaling. In de ogen van de bouwlieden verwierpen zij, waarvan zij dachten dat het een waardeloze steen was. In de ogen van de Joodse leiders was Christus iemand, die overbodig was. Ze wilden van Hem af. Deze verworpen steen werd echter gekozen om de hoeksteen van de nieuw vastgestelde verlossing te zijn. God koesterde de hoeksteen die door de Joodse bouwers verworpen werd, en gebruikte het voor het bouwen van Zijn verlossing. Hoe verschillend zijn deze twee soorten waardebepalingen! We moeten nieuwe gelovigen brengen tot zo’n verandering in waardebepaling. We moeten ze vragen hoe ze Christus voorheen zagen en hoe ze Hem nu zien. We moeten ze laten zien dat wat ooit waardeloos was, nu onschatbaar van waarde is. Wat ooit onbetrouwbaar was, is nu betrouwbaar. Anderen hebben Christus verworpen, wij waarderen Hem des te meer.

1Cor 1:18 zegt: “Want het woord van het kruis is voor hen die verloren gaan, dwaasheid; maar voor ons, die behouden worden, is het kracht van God”. Het kruis wordt veracht door degenen die verloren gaan, het wordt als dwaasheid gezien. Voordat een persoon gered wordt, ziet hij het kruis als waardeloos, maar wanneer hij echter gered is, ziet hij het als de kracht van God iets dat kostbaar en waardevol is. Wanneer een persoon in de Heer gelooft, verandert zijn waardebepaling onmiddellijk. De verlossing van het kruis wordt dan iets heel kostbaar.

Mat 6:32-33 zegt: “want uw hemelse Vader, weet dat u al deze dingen nodig hebt. Zoekt echter eerst het Koninkrijk van God en zijn gerechtigheid, en al deze dingen zullen u erbij gegeven worden”. Voordat een persoon in de Heer gelooft, (dit geldt vooral voor arme mensen), zijn de dagelijkse behoeften de hoofdgedachte, dingen die betrekking hebben op voedsel en kleding zijn de grootste zorgen van het menselijke leven. Als gelovigen moeten we beseffen dat niets in het leven kostbaarder is dan het koninkrijk van God. Mat 13:44 zegt dat het koninkrijk der hemelen gelijk is aan een schat die in een akker verborgen ligt. Wanneer een persoon het vindt, verstopt hij het, verkoopt in zijn vreugde alles wat hij heeft om deze akker te kunnen kopen. Dit verwijst naar de ontdekking van de Heer van de schat van het koninkrijk van de hemelen, het opgeven van Zichzelf en alles dat Hij is, om deze schat te kopen. De Heer ziet het koninkrijk van de hemelen als iets kostbaars. (CWWN, vol. 60, pp. 387-389)

WEEK 3 DAG 2

Mat. 10:37-38 Wie vader of moeder liefheeft boven Mij, is Mij niet waard; en wie zoon of dochter liefheeft boven Mij, is Mij niet waard; en wie zijn kruis niet opneemt en Mij navolgt, is Mij niet waard.

Mat. 16:26 Want wat zal het een mens baten, als hij de hele wereld wint, maar zijn ziel erbij inboet? Of wat zal een mens geven in ruil voor zijn ziel?

Een vader, moeder, vrouw en kinderen zijn kostbare dingen voor een mens, het zijn de belangrijkste dingen die een mens in zijn leven heeft. Wanneer deze niet met de Heer vergeleken worden, is er niets mis mee ze lief te hebben. Wanneer er echter een situatie voordoet waarin we moeten kiezen tussen deze twee, wie zullen we dan kiezen? Ons eigen soort is kostbaar, maar ze zijn niet te vergelijken met de Heer, onze Heer is veel kostbaarder dan onze familie.

In Mat 16:26 wordt er een vergelijking gemaakt tussen de ziel van de mens en de hele wereld. Is de ziel kostbaarder dan de wereld? Veel mensen zien de waarde van de wereld, maar zien niet de waarde van de ziel. (CWWN, vol. 60, p. 390)

Satan is vandaag de dag bezig de ziel van de mens te kopen. Veel mensen geven echter hun ziel gratis weg. Dit gebeurt omdat ze niet geloven dat hun ziel iets waard is. De verloren zoon in Lucas 15 verliet niet zijn vaders huis vanwege de verleiding van een groot feest, maar zwichtte voor peulenschillen. Hoe waardeloos is de ziel in de ogen van een ongelovige! Toch zegt de Heer dat de hele wereld tezamen niet verruild kan worden voor een ziel. Satan offerde een hoge prijs toen hij de Heer meenam naar een hoge berg, Hem al de koninkrijken van de wereld en de heerlijkheid daarvan liet zien. In ruil voor Zijn aanbidding zouden al deze dingen aan de Heer door Satan gegeven worden. Dit is het enige voorbeeld in de Bijbel waar Satan een hoge prijs aanbood voor de ziel van de mens. Natuurlijk lukte dit hem niet.

Stel dat Satan hetzelfde nog een keer deed en de hele wereld aan iemand aanbood, die hem zou aanbidden. Wat zou deze kiezen? Dit is in z’n geheel een zaak van waardebepaling. Zou een mens zijn ziel op moeten geven om de wereld te dienen, of moet hij de wereld opgeven om zijn ziel te winnen?

Vandaag de dag biedt Satan niet de hele wereld aan in ruil voor onze ziel. Hij denkt niet dat ons leven zoveel waard is. Hij verleidt ons met kleine voordelen en kleine winsten. Bileam verlaagde zichzelf voor winst om Gods volk te vervloeken. We moeten nieuwe personen laten zien dat eerlijkheid meer waard is dan goud, rijst of de hele wereld. Om de reinheid van onze ziel te bewaren, moeten we gewillig zijn alles te verzaken.

Mat 20:25-27 zegt: “U weet, dat de oversten van de volken over hen heersen en de groten gezag over hen voeren. Zo zal het onder u niet zijn; maar wie onder groot wil worden zal uw dienstknecht zijn, en wie onder u de eerste wil zijn, zal uw slaaf zijn”.

De overheden van de heidenen heersen over hen en oefenen gezag uit over hen. Dit is iets dat onder de ongelovigen beoefent wordt. Onder de gelovigen mag deze praktijk echter niet toegelaten worden. Degene die groot wil worden, moet een dienstknecht zijn en wie de eerste wil zijn, moet een slaaf zijn. Dit is een verandering in waardebepaling, een verandering in iemands zicht ten aanzien van de positie. We moeten de positie van heer en meester verachten, er moet een verandering in ons begrip van de positie plaatsvinden. Dienstknechten en slaven moeten door ons hoog geacht worden.

Phil 3:7-8 zegt: “Maar wat winst voor mij was, heb ik om Christus’ wil schade geacht. Jazeker, ik acht ook alles schade te zijn om de uitnemendheid van de kennis van Christus Jezus, mijn Heer, om Wie ik de schade van alles heb geleden en het als vuilnis acht, opdat ik Christus mag winnen en in Hem bevonden word”.

Hier zien we dat ook Paulus een verandering in zijn begrip van waardebepaling had. Wat winst voor hem was, achtte hij om Christus’ wil als schade… de uitnemendheid van de kennis van Christus Jezus. (CWWN, vol. 60, pp. 390-395)

WEEK 3 DAG 3

Jer. 15:19 Daarom, zo zegt de Here: Indien gij terugkeert, zal Ik u doen terugkeren; dan zult gij vóór Mij staan; en indien gij uitspreekt wat waarde heeft, zonder vermetele taal, zult gij als mijn mond zijn. Laten zij zich tot u keren, maar gij zult u tot hen niet keren.

Mar. 16:7 Maar gaat heen, zegt aan zijn discipelen en aan Petrus, dat Hij u voorgaat Galilea; daar zult gij Hem zien, gelijk Hij u gezegd heeft.

Jer 15:19 zegt ons dat indien we uitspreken wat waarde heeft, we als Gods mond zullen zijn. Hij vereist dat we uitspreken wat van waarde is, zodat we Zijn mond kunnen zijn. We moeten het belang van zo’n verandering in ons begrip van waarde zien. Mag de Heer ons het licht voorzien om zo’n degelijke verandering in ons begrip van waarde te hebben, zodat we het uitnemendste deel zullen kiezen. (CWWN, vol. 60, p. 395)

Petrus was op zo’n manier bekoord door de Heer, dat, hoewel hij regelmatig door de Heer bestraft werd, hij nog steeds vastbesloten was Hem te volgen. Het regelmatige terechtwijzen van de Heer kon hem niet weg laten gaan. Vandaag de dag durf ik geen sterk woord tot de medewerkers en oudsten te spreken, want als mijn berisping te sterk is, ben ik bang dat ze het niet aan kunnen nemen en weg zullen gaan. Petrus had echter een dikke huid, hij werd vele malen door de Heer bestraft, desondanks volgde hij Hem nog steeds. Gedurende de nacht van zijn verraad, zei de Heer tot Zijn discipelen: “U zult allen over Mij ten val komen in deze nacht”. Petrus antwoordde en zei: “Al zullen allen over U ten val komen, ik zal nooit ten val komen” (Mat. 26:31-33). En de Heer zei tot hem: “Simon, Simon, zie, de satan heeft dringend verlangd u allen te mogen ziften als de tarwe; Ik heb echter voor jou gebeden, dat je geloof niet zou ophouden”. Petrus zei: ”Heer, ik ben bereid met U zelfs in de gevangenis en in de dood te gaan”. De Heer zei echter: “Ik zeg je Petrus, de haan zal vandaag niet kraaien, voordat je driemaal hebt geloochend Mij te kennen”(Luk. 22:31-34). Niet alleen geloofde Petrus deze woorden niet, maar hij zei zelfs: “Ook al moest ik met U sterven, Ik zal U geenzins verloochenen” (Mat. 26:35). Later, toen Petrus in de voorhof van de hogepriester zat, stelde een dienstmeisje hem een vraag. Door middel van zijn antwoord op deze vraag verloochende Petrus de Heer. De Heer draaide Zich toen om en keek naar Petrus, Petrus herinnerde zich de woorden van de Heer en ging naar buiten en weende bitter (Luk. 22:54-62).

Nadat Petrus de Heer verloochend had, zou de Heer hem kunnen vergeten, de Heer vergat hem echter niet. Op de morgen van de opstanding van de Heer zei een engel tot verschillende vrouwen: “maar gaat heen, zegt aan Zijn discipelen en aan Petrus…”(Mar. 16:7). De Heer zei ook persoonlijk tegen Maria Magdalena “maar ga heen naar mijn broeders” (Joh. 20:17). De Heer noemde Zijn discipelen “broeders” en noemde specifiek Petrus’ naam. Op deze manier nam Hij Petrus gevangen. (How to be a Co-worker and an Elder and how to fulfill their Obligations, p. 19)

Jesaja 33:22 (Isa 33:22) zegt dat Hij onze Rechter, onze Wetgever en onze Koning is die ons zal verlossen. In Zijn goddelijke regering is Hij zo’n persoon van drie aspecten. De regering van de Verenigde Staten is op dezelfde manier in drie secties opgedeeld. De regering heeft drie takken: de uitvoerende -, de wetgevende - en de juridische tak. In het verleden dacht ik dat de Verenigde Staten zo’n wonderbaarlijke regering met het balanceren van bevoegdheden bedacht hadden. Uiteindelijk besefte ik dat God het volgens Jesaja 33:22 al uitoefende. Christus als de Koning is de uitvoerende tak van de goddelijke regering. Hij is ook de Wetgever, als de wetgevende tak. Verder is Hij onze Rechter als de juridische tak. Hij is in deze drie aspecten om Zijn goddelijke regering in het redden van Zijn volk, uit te oefenen. In de regering van de Verenigde Staten balanceren deze drie takken elkaar, maar vaak vechten ze ook tegen elkaar. De Heer Jezus is echter, in Zijn goddelijke regering, op iedere manier, volmaakt gebalanceerd. De drie delen van de goddelijke regering zijn één Persoon, onze Jezus is de uitvoerende -, wetgevende - en juridische tak in Zijn goddelijke regering. (Life-study of Isaiah, msg. 43)

WEEK 3 DAG 4

1Pet. 2:5-7 …en u wordt ook zelf als levende stenen gebouwd, als een geestelijk huis tot een heilig priesterdom, om geestelijke offeranden te offeren, die voor God aangenaam zijn door Jezus Christus. Want er staat in de Schrift: ‘Zie, Ik leg in Sion een uitverkoren, kostbare hoeksteen, en wie in Hem gelooft, zal geenszins beschaamd worden’. Voor u dan die gelooft, is dit kostbare; maar voor de ongelovigen: ‘De steen die de bouwlieden hebben verworpen, deze is tot een hoeksteen geworden’,…

In zijn twee brieven presenteert Petrus ons vijf kostbare zaken:

(1) de kostbare steen die de Heer Zelf is (1Pet. 2:4, 1Pet. 2:6-7);

(2) het kostbare bloed (1Pet. 1:19);

(3) de kostbare beloften (2Pet. 1:4);

(4) het kostbare geloof (2Pet. 1:1);

(5) de kostbare beproefdheid (1Pet. 1:7). (1Pet.1:7, voetnoot 3 RcV)

Een levende steen is iets dat niet alleen leven bezit, maar ook groeit in leven. Dit is Christus voor Gods bouwwerk. In 1 Pet 2:4 verandert Petrus zijn beeldspraak van een zaad, dat van het plantenleven is, (1Pet 1:23-24), naar een steen die van mineralen is. Het zaad staat voor het plantenleven, de steen is voor bouwen (1Pet 2:5). De gedachte van Petrus ging van het planten van leven verder met Gods bouwwerk. Als leven is Christus het zaad voor ons, voor Gods bouwwerk is Hij de steen. Nadat we Hem als het zaad van leven hebben ontvangen, moeten we groeien, zodat we Hem als de steen die in ons leeft kunnen ervaren. Hij zal ons dus ook tot levende stenen maken, getransformeerd met Zijn natuur zodat we samen met anderen als een geestelijk huis op Hem als zowel het fundament als de hoeksteen, opgebouwd worden (Jes. 28:16 – Isa 28:16). (1Pet. 2:4, voetnoot 1 RcV)

Jesaja 28:16 (Isa 28:16) zegt: “Zie, Ik leg in Sion een steen ten grondslag, een beproefde steen, een kostbare hoeksteen van een vaste grondslag”. Christus die onze heerlijkheid en schoonheid is, is ook een steen in vele aspecten. Hij is een steen door God in Sion gelegd.

Deze steen is een fundament dat stevig gevestigd is voor Gods bouwwerk in Israël. Christus is de beproefde steen die betrouwbaar is. Christus werd als een steen beproeft gedurende de drieëndertig en een half jaar van Zijn menselijk leven. Vanaf de tijd dat Hij een mens werd, werd Hij iedere dag in Zijn aards leven getest en Hij had geen gebrek. Hij is volmaakt, compleet, solide en sterk.

We moeten niet vergeten dat we gelovigen in Christus zijn. Christus is ons fundament en dit betekent dat we niet haastig of in paniek moeten zijn. In mijn studie van dit deel van het Woord, citeerde een verwijzingsboek een spreekwoord dat aangaf dat haast van de duivel is. Wanneer we in haast of paniek zijn, moeten we niet vergeten dat dit van de duivel is. We hoeven niet in haast te zijn, omdat we Christus als beproefde steen hebben om onze fundering te zijn.

Deze steen is ook een kostbare hoeksteen voor de verbinding (gewricht) van Gods bouwwerk. Waar de funderingsteen het gehele gebouw ondersteunt, verbindt de hoeksteen twee delen van het gebouw. Het Nieuwe Testament laat ons, gebaseerd op Psalm 118:22-24, zien dat Christus de belangrijkste hoeksteen is (Rom. 9:33; Mat. 21:42; Act. 4:11-12; Eph. 2:20). Volgens het Nieuwe Testament verbindt Christus als de hoeksteen de twee muren, de ene van de Joodse gelovigen en de andere van de niet-Joodse gelovigen. Omdat Christus de leiding nam om de Joden en de heidenen samen te verbinden, is Hij de eerste hoeksteen. Zelfs vandaag de dag worden we niet alleen door Hem als de funderingsteen vastgehouden, maar ook tezamen verbonden door Hem als onze hoeksteen. We moeten Christus als de beproefde, betrouwbare steen, de stevig gevestigde fundering die ons vasthoud, ervaren, en als de hoeksteen die ons samenbindt. Dit resulteert in Gods bouwwerk, het Lichaam van Christus.

In Handelingen 4:11 (Act 4:11) verwijst Petrus naar Christus als de hoeksteen en in vers 12 (Act 4:12) toont hij aan dat deze hoeksteen vandaag de dag onze Verlosser is. Er zijn maar weinig Christenen, die weten dat Jezus Christus, hun Verlosser, de hoeksteen is. Onze Verlosser, Jezus redt ons tot in Gods bouwwerk en verbindt ons met Gods bouwwerk. (Life-study of Isaiah, pp. 301-305)

WEEK 3 DAG 5

1Pet. 1:18-19 …daar u weet dat u niet door vergankelijke dingen zilver of goud, verlost bent van uw onvruchtbare, door de vaderen overgeleverde wandel, maar door kostbaar bloed, als van een vlekkeloos en onbesmet lam het bloed van Christus.

2Pet. 1:4 …waardoor Hij ons de kostbare en zeer grote beloften geschonken heeft, opdat u daardoor deelgenoten van de Goddelijke natuur zou worden,…

Het bloed van Christus waarmee we zijn besprenkeld en ons dus onderscheidt van het gewone volk, is kostbaarder dan zilver en goud. Voor onze verlossing is de hoogste prijs betaald, zodat we verlost zijn van een ijdele manier van leven tot een heilig leven (1Pet. 1:18, 15). Hiervoor moeten we een heilige vrees, een serieuze behoedzaamheid voor God hebben zodat we, als Gods uitverkorenen, verlost door zo’n hoge prijs, het doel van de hoogste verlossing van Christus, niet zullen missen. (1Pet. 1:19, voetnoot 1 RcV)

Het bloed dat ons verloste, was een buitengewoon bloed - het bloed van de Godmens Jezus Christus, de mens wiens leven de hoogste standaard bereikte. De Heer Jezus is een Mens, die met God vermengt is, daarom ging God, toen deze Mens aan het kruis stierf, ook door de dood. Er zijn geen menselijke woorden voor om dit juist te beschrijven.

Alleen het bloed van Christus was gekwalificeerd en toereikend om ons te verlossen, ons te kopen. We zijn door de vijand, Satan, die ons onrechtmatig in bezit nam, te koop gezet. Christus, onze Verlosser, betaalde echter de hoogste prijs om ons vrij te kopen. 1 Petrus 1 spreekt hierover in vers 18 en 19 (1Pet 1:18-19).

In vers 18 zegt Petrus dat we verlost zijn “niet door vergankelijke dingen”. Het bloed van Christus is een materiële substantie terwijl de effectiviteit, functie, waarde, kracht en gezag van dit bloed eeuwig en onverwoestbaar is.

In vers 18 en 19 hebben we een vergelijking tussen goud of zilver en een lam. Goud en zilver zijn waardevol, maar levenloos, niet organisch, terwijl een lam levend en organisch is. Door deze vergelijking geeft Petrus aan dat de prijs die door Christus voor ons is betaald, gerelateerd was aan iets levends en iets organisch.

Ik wil jullie bemoedigen om een uur alleen met de Heer door te brengen om het kostbare bloed dat Christus voor jou aan het kruis heeft vergoten, in overweging te nemen. Dit zal je het verlangen geven om in vrees een heilig leven te leiden. Je zal heilig willen worden in al je manieren van leven om de tijd die er over is, door te brengen in vrees. Als we op zo’n manier willen leven, moeten we beseffen dat we verlost en gekocht zijn met de hoge prijs van Christus’ bloed. Dit besef zal veroorzaken dat we een heilige manier van leven zullen leiden, omdat we zullen beseffen dat het kostbare bloed van Christus ons heeft verlost van een ijdele manier van leven. We willen niet langer leven op een ijdele manier, zonder doel of bestemming. (Life-study of 1 Peter, pp. 99, 103)

We moeten toegewijd zijn het zaad van het geloof te ontwikkelen door de beloften te nemen, Zijn woord op te pakken, door Zijn woord biddend te lezen. Hoe meer we alle beloften biddend lezen, des te meer we genieten van de goddelijke natuur. Terwijl wij van deze goddelijke natuur genieten, ervaren we groei in leven, de volwassenheid in leven en de oogst van het leven. Deze volwassenheid is de ingang tot in het koninkrijk van de Heer Jezus. We moeten allen in de genade en kennis van de Heer Jezus Christus opgroeien.

We moeten het zaad ontwikkelen door Zijn beloften te nemen, door het woord van Zijn beloften biddend te lezen, zodat we Zijn goddelijke natuur kunnen genieten. Hierdoor zullen we worden ontwikkeld en stap voor stap opgroeien, totdat we volwassenheid bereiken. We zullen dan een rijke ingang tot in het eeuwige koninkrijk van onze Heer en Redder, Jezus Christus, genieten. (CWWL, 1969,vol. 2 “The Crucial Revelation of Life in the Scriptures” pp. 517-518)

WEEK 3 DAG 6

2Pet. 1:1 Simon Petrus, slaaf en apostel van Jezus Christus, aan hen die een even kostbaar geloof als wij verkregen hebben door de gerechtigheid van onze God en Heiland Jezus Christus:

1Pet. 1:7 …opdat de beproefdheid van uw geloof, veel kostbaarder dan die van goud, dat vergankelijk is en door vuur beproefd wordt, blijkt te zijn tot lof en heerlijkheid en eer bij de openbaring van Jezus Christus.

In 2Pet 1:1 spreekt Petrus over degenen “die een even kostbaar geloof als wij verkregen hebben”. Zoals de kinderen van Israël een stuk van het goede land toebedeeld kregen (Jos. 15:1-5), hebben wij hetzelfde kostbare geloof gekregen. Dit duidt er op dat alle dingen die aan leven en godheid gerelateerd zijn (2Pet. 1:3), inclusief de goddelijke natuur (1Pet 1:4) waar de gelovigen deel aan hebben door hetzelfde kostbare geloof, volgens de kostbare en uitnemend grote beloften, de ware erfenis die aan de gelovigen door God in het Nieuwe Testament gegeven is. (Life-study of 2 Peter, p. 2)

We moeten groeien in leven door geloof dat ons aan Christus bindt. We kunnen het verbindende geloof hebben, niet alleen door het horen van het woord, maar door met de Drie-enige God Zelf, die geloof is voor ons, in contact te komen. Dit geloof is niet het geloof in de eerste fase, maar het geloof in de tweede, verbindende fase. De opwekking van vandaag de dag en de nieuwe opwekking, gebeurt alleen om mensen aan te moedigen in contact te komen met de Drie-enige God, zodat dit geloof in de tweede fase op een verbindende wijze zal werken. Wanneer je ook met de levende God in contact komt, ben je onmiddellijk opgewekt. Dit is de effectiviteit van het verbindende geloof.

God heeft ons hetzelfde kostbare geloof toebedeeld, het is even kostbaar voor alle gelovigen. Laten we de illustratie van elektriciteit gebruiken. Elektriciteit is in dit gebouw aangelegd en verbindt alle lampen samen. Deze elektriciteit in alle lampen, is hetzelfde in kwaliteit en kwantiteit, omdat de grootte van de lampen hetzelfde zijn. Het geloof in ons, is wel hetzelfde in kwaliteit, echter niet hetzelfde in kwantiteit. We kunnen ons niet vergelijken met de apostel Paulus. Zijn verbindende geloof zou als een grote berg kunnen zijn, terwijl die van ons als een kleine steen kan zijn. Je moet echter beseffen dat de steen groeit! In de Bijbel zijn stenen levend (1Pet. 2:5). Wanneer je met God in contact komt, groeit het geloof in jou. Dit betekent dat God in jou vermeerderd wordt. Wanneer God in jou vermeerderd wordt, groeit geloof in de tweede fase in jou, om groter en groter te worden. We hebben allemaal hetzelfde geloof in kwaliteit, maar de kwantiteit van geloof dat we hebben, hangt af van hoe vaak we met de levende God in contact komen, zodat Hij in ons vermeerderd wordt. Wanneer God in jou vermeerdert, groeit dit geloof in de tweede fase ook in jou. (Crystallization study of the Epistle to the Romans, p. 109)

In 1Pet. 1:7 zegt Petrus dat de beproefdheid van ons geloof ‘’blijkt te zijn tot lof, heerlijkheid en eer bij de openbaring van Jezus Christus’’. De verschillende processen in vers 6 zijn er zodat de beproefdheid van ons geloof mag resulteren in lof, heerlijkheid en eer, bij de openbaring van de Heer. (Life Study of 1 Peter, p. 46)

Wanneer de Heer terugkomt, verwacht Hij zulke mensen te vinden. Christus verwacht wanneer Hij terugkomt, degenen te vinden die leven door dit verbindende geloof. Christus verwacht ons te vinden als zijn verborgen overwinnaars.

De gelovigen die een overwinnend en jubelend leven door het verbindende geloof leven, zullen door Christus, bij Zijn terugkomst als de schatten gevonden worden, gereed om de verlossing van hun ziel als het resultaat van hun geloof te ontvangen (1Pet. 1:8-9).

In zekere zin weten we niets en doen we niets. We weten alleen hoe we moeten overwinnen en hoe we moeten jubelen door dit verbindende geloof. Degenen die vandaag de dag door geloof leven, zullen uiteindelijk het eind van hun geloof ontvangen. Dat is de verlossing van hun ziel. We hebben een verlossing ontvangen. Dit is echter alleen de aanvankelijke verlossing. De volgende fase van verlossing is de fase van transformatie. De uiteindelijke fase van verlossing is de fase van verheerlijking. Wanneer we door het verbindende geloof leven in de volgende fase om getransformeerd te worden, zullen we koningen met Christus zijn in het duizendjarige rijk. (Crystallization-study of the Epistle to the Romans, p. 122)