Vervolg op…
Het Visioen en de Ervaring van Christus
in Zijn Opstanding en Hemelvaart
WEEK 6 – DAG 1
Hooglied 4:7-8 (Song 4:7-8) Alles is schoon aan u, mijn liefste, zonder enig gebrek zijt gij. Kom bij mij van de Libanon, bruid, kom bij mij van de Libanon, daal af van de top van de Amana, de top van de Senir, de Hermon, van de holen der leeuwen, van de bergen der panters.
In Hooglied 4:7-8 roept de Heer Zijn liefhebber om in hemelvaart, als een nieuwe schepping in opstanding, te leven. De nieuwe schepping is alleen dat wat in hemelvaart in opstanding is. Zonder opstanding kan er geen nieuwe schepping zijn.
In vers 7 brengt de Heer Zijn waardering voor Zijn liefhebber tot uitdrukking om haar voor te bereiden Zijn roep te ontvangen om in hemelvaart te leven.
Libanon is een hoge berg, wijzend op opstanding. In Song 2:9 was de liefhebber in ‘onze muur’ van het zelf onderzoekende zelf. De muur is beneden in het zelf. Haar zelfonderzoek had een muur gebouwd die haar scheidde van de Heer. Nu roept Hij haar om bij Hem op een hoge berg te komen, die de top van opstanding is, hemelvaart. Christus stierf, stond op en voer ten hemel. Eerst ervaren we opstanding, dan hemelvaart. (Life-study of Song of Songs, p. 35)
De Libanon, waar in Hooglied 4:8 naar wordt verwezen, is een hoge berg. In de Bijbel wijst een hoge berg vaak op een afscheiding van de aarde en een hemelse plaats. Daarom is deze roep een roep voor hemelvaart. Nauwkeuriger uitgedrukt is deze roep een roep tot de gelovigen om te staan op de grond van hemelvaart en vanaf zo’n grond naar beneden te zien. Daarom is dit een visioen van hemelvaart. (CWWN, vol. 23, pp. 66-67)
De derde fase (van de geestelijk ervaring) is door Christus geroepen te worden om in hemelvaart te leven als de nieuwe schepping van God in de opstanding van Christus (Song 3:6-5:1). Christus’ dood wordt gevolgd door Christus’ opstanding en in Zijn opstanding zijn wij een nieuwe schepping. De nieuwe schepping komt voort uit Christus’ opstanding. Allen die in Christus en in Zijn opstanding zijn, zijn een nieuwe schepping (2Cor. 5:17). De zaken van opstanding en een nieuwe schepping zijn nauw verwant met Christus’ hemelvaart. Feitelijk zijn Christus’ opstanding en hemelvaart één. Als we in Zijn opstanding zijn, zijn we ook in Zijn hemelvaart. Wanneer we in opstanding leven, leven we zonder twijfel ook in hemelvaart.
Wanneer we in hemelvaart leven, beseffen we dat de strijd voorbij is, dat de overwinning is behaald en dat de vijand is vernietigd. Wanneer we in hemelvaart leven, zijn we spontaan een nieuwe schepping van God in de opstanding van Christus. Hoe wonderbaar! (Life-study of Song of Songs, p. 73)
In Hooglied 4:8 vraagt Christus Zijn liefhebber als Zijn bruid met Hem te zien vanuit Zijn hemelvaart (Libanon), de hoogste plaats van de waarheid (Amana) en van Christus’ overwinning in Zijn gevecht (Senir en Hermon) en vanuit de hemelse plaatsen van de vijanden (de holen der leeuwen en bergen der panters). Christus roept Zijn liefhebber om met Hem in Zijn hemelvaart te leven, zoals Hij haar geroepen had te blijven in Zijn kruis (Song 2:14). Wanneer de liefhebber leeft in hemelvaart, leven zij en Christus in één staat, de staat van hemelvaart, om een echtpaar te zijn. Christus is goddelijk en menselijk en Zijn getransformeerde liefhebber is menselijk en goddelijk. Ze zijn dezelfde in leven en natuur, perfect bij elkaar passend. (Song 4:8, voetnoot 1 RcV)
Door haar leven in Christus’ hemelvaart als de nieuwe schepping in opstanding voor haar groei in leven en transformatie door leven, wordt Christus’ getransformeerde bruid volwassen in de rijkdommen van het leven van Christus zodat ze vier dingen wordt: een hof om Christus tevreden te stellen (Song 4:12-5:1; Song 6:2- 3), Gods woonplaats met haar bescherming (Song 6:4a), de hemelse lichamen als het universele licht (Song 6:10a) en een geducht leger, dat de collectieve overwinnaar is – de Sulammitische (Song 6:4b; Song 6:10b; Song 6:13 en voetnoten RcV). In Song 4:12 is de hof afgesloten en er is een bron gesloten, een fontein verzegeld, voor Christus’ persoonlijk genot, erop wijzend dat in de ervaring van Christus wij, de zoekende gelovigen, iets persoonlijks, verborgen, gesloten en verzegeld moeten hebben wat alleen voor Christus is. De bron is de Geest des levens en wordt gezien in Openbaring 22:1 (Rev 22:1) als de rivier van het water des levens. De fontein is de oorsprong van de bron, welke is Gods troon. (Song 4:12, voetnoot 1 RcV)
WEEK 6 – DAG 2
Song 4:13 Wat uit u opspruit, is een lusthof van granaatappelbomen, met kostelijke vruchten, hennabloemen en nardusplanten,…
Song 4:15 Fontein der hoven, bron van levend water, beken van de Libanon!
In Christus’ genot van Zijn liefhebber is zij een afgesloten hof die allerlei soorten planten in verschillende kleuren als verschillende uitdrukkingen van het innerlijke leven voortbrengt en in een verscheidenheid van geuren als de rijke uitdrukking van het volwassen leven (Son. 4:13-14). Dit wordt de schoonheid van de liefhebber voor de Heer. De liefhebber van Christus is nu rijk in leven, en brengt vruchten voort om te voeden en te verfrissen, geeft zoete geuren af en vertoont prachtige kleuren voor Christus’ genot. (Song . 4:13, voetnoot 1 RcV)
De fontein in hoven en de bron van levend water van de leven-gevende Geest (Joh. 7:38-39) zijn stromen van het leven in opstanding en hemelvaart (Libanon). De fontein en de bron stromen vanuit de overwinnaars, en stromen vanuit wat ze zijn en van waar ze zijn (Song 4:15, voetnoot 1 RcV) .
Leven in opstanding vereist dat we onze geest onderscheiden van onze ziel. Dit is volgens onze ervaring.
We bestaan uit drie delen. We hebben een geest, een ziel (het zelf) en een lichaam (1The. 5:23). Gods economie in het redden van ons is eerst onze dode geest tot wedergeboorte te brengen door Zichzelf erin uit te delen als het goddelijk element, en onze geest nieuw te maken. Onze ziel is echter nog steeds oud. Daarom, nadat we zijn wedergeboren, moet onze ziel getransformeerd worden. De transformatie van de ziel is een geleidelijk proces dat stap voor stap plaatsvindt. Ons lichaam is ook oud. Daarom moet het lichaam, de uiterlijke mens, dag na dag vervallen terwijl de innerlijke mens vernieuwd wordt (2Cor. 4:16). Deze vernieuwing blijft voortgaan totdat het z’n piek bereikt met de transfiguratie van ons lichaam, dat wil zeggen de verlossing van ons lichaam (Rom. 8:23; Phi 3:21).
Als geredde personen hebben we allen twee mensen. De nieuwe mens is in onze geest en de oude mens is in onze ziel. Ongeacht of het nu goed of slecht, juist of onjuist is, wat we ook doen, als we het doen in onze ziel, dan leven we door de oude mens. Je hebt bijvoorbeeld een zekere broeder lief en je wilt hem helpen. Maar als je hem liefhebt en hem niet in je geest maar in je ziel helpt, dan leef je in je zelf, de oude mens. Dit is een goed ding doen in de oude mens. Alvorens iets te doen – in dit geval een broeder helpen – moeten we eerst bidden om de Heer in onze geest aan te raken, en Hem vragen wat Zijn gevoel is aangaande wat we van plan zijn te doen. Dan in onze geest hebben we misschien de gewaarwording dat de Heer blij is. Dit is een aanduiding dat de Heer wil dat we dit speciale ding doen. Dan moeten we doorgaan het te doen in onze geest. Dit is leven in de geest.
Als we dingen doen door de oude mens in de ziel of in het zelf, dan leven we op de aarde. De dingen die we doen mogen misschien goed zijn, maar we zijn desalniettemin op de aarde omdat we leven in de ziel. Vandaag zijn er vele goede mensen die goede dingen doen, maar al deze mensen leven in de ziel. Als liefhebbers van Christus moeten we beseffen dat onze oude mens, inclusief onze ziel, gekruisigd is (Rom. 6:6; Gal. 2:20a). Het is niet langer “ik” die leeft, maar een andere mens – Christus – leeft in mij (Gal. 2:20b). Wanneer we door deze andere mens leven, zijn we de nieuwe mens, want we leven in de geest, niet in de ziel.
Onze geest is verbonden met de hemel door God als de Geest. In geest zijn we daarom in de hemel, in hemelvaart. Leven in hemelvaart vereist dat we leven, handelen, bewegen en alles doen in onze geest. Dus moeten we leren hoe we onze geest moeten onderscheiden. Als we onze geest niet kennen, als we niet weten hoe we onze geest moeten onderscheiden van onze ziel, dan kunnen we geen geestelijk persoon zijn. Wanneer we in onze geest leven, zijn we in hemelvaart als de nieuwe schepping in opstanding. We zijn een nieuw persoon levend in een nieuw universum. (Life-study of Song of Songs, pp. 36-38)
WEEK 6 – DAG 3
Song. 6:4 Schoon zijt gij, mijn liefste, als Tirsa, liefelijk als Jeruzalem, geducht als krijgsscharen met banieren.
Song. 6:10 Wie is zij, die opgaat als de dageraad, schoon als de blanke maan, stralend als de gloeiende zon, geducht als krijgsscharen?
Mat. 6:10 Uw koninkrijk kome; Uw wil geschiede, zoals in de hemel, zo ook op de aarde.
Gezag hangt geheel af van onze positie. Een politieagent zonder zijn uniform die niet staat op de aangewezen plaats heeft geen gezag het verkeer te regelen. Een generaal die verlof neemt van zijn werk heeft geen gezag het leger te bevelen. Evenzo hangt ons hemels gezag geheel af van onze positie van hemelvaart. Telkens wanneer we de positie van hemelvaart verliezen, verliezen we ook het geestelijk gezag. Daarom moeten we, om ons bezig te houden met de geestelijke strijd, ten eerste de positie van hemelvaart kennen en ten tweede de positie van hemelvaart bewaren. Alleen dan kunnen we afrekenen met de vijand.
Vandaag, als we in de positie van hemelvaart staan, kunnen we meteen de omgeving bevelen, moeilijkheden berispen en alle werken van de vijand vernietigen. (The Experience of Life, p. 341)
Dat de wapenrusting in Hooglied 4:8 zacht, niet hard is, wijst erop dat de vijand, satan, is verslagen, de oorlog is voorbij en de overwinning is behaald (Heb. 2:14; Col. 2:15). In Christus’ hemelvaart hoeven we niet te strijden, want de vijand is al verslagen. We dragen een zachte wapenrusting om onze overwinning in Christus te genieten (Song. 4:8, voetnoot 4 RcV)
De holen der leeuwen en de bergen der panters wijzen op de hemelse gewesten, waar satan en zijn ondergeschikten (de leeuwen en de panters) zijn. De overwinning is behaald, maar satan en zijn boze machten zijn nog steeds daar, in de hemelse gewesten (Eph. 3:10 en voetnoot 1). Christus roept Zijn liefhebber vanaf hier te zien, erop duidend dat we een leven in opstanding moeten hebben, ver boven de boze machten (zie voetnoot 4 van Eph. 6:12 RcV). Hier strijden we met satan en zijn macht der duisternis door bekrachtigd te zijn in de Heer en in de macht van Zijn sterkte door de gehele wapenrusting van God aan te doen, door stand te houden tegen de listen van de duivel, door de helm van de behoudenis en het zwaard van de Geest te ontvangen, het woord van God en onophoudelijk te bidden in de geest voor de opbouw van het Lichaam van Christus en de verspreiding van het evangelie (Eph. 6:12-20). Dit is de werkelijkheid van het leven in de hemelvaart van Christus (Song. 4:8, voetnoot 6 RcV).
Alle oorlogvoering heeft zijn oorsprong in dit conflict van willen. Voordat de satanische wil opstond om de goddelijke wil tegen te spreken, was er geen oorlog in het universum. De onenigheid in het universum begon met de rebellie van de aartsengel tegen God. Die opstand was het begin van al het strijden dat nu plaatsvindt tussen de naties, in de maatschappij, in het gezin en in individuen. De gehele geschiedenis door zijn er oorlogen tussen naties, groepen, personen en zelfs in individuen geweest. Bijvoorbeeld: Jij ervaart misschien een innerlijke strijd tussen jouw verstand en jouw lust. Alle verschillende soorten van oorlogvoering hebben hun oorsprong in de onenigheid tussen de goddelijke wil en de satanische wil.
Vanaf de dag dat we werden gered, is ons christelijke leven een leven van oorlogvoering geweest. Hetzelfde was waar voor de kinderen van Israël nadat ze uit Egypte waren getrokken. Na het eten van het Pascha, marcheerden ze als een leger uit het land Egypte. Dit wijst erop dat hun eten van het paaslam een voorbereiding was op de oorlog. Zodra ze uit Egypte kwamen, begon het strijden.
Niet alleen moet Gods eeuwig voornemen worden vervuld en het verlangen van Christus’ hart worden tevredengesteld, maar Gods vijand moet worden verslagen. Hiervoor moet de Gemeente een strijder zijn. Zelfs in Hooglied zien we dat terwijl de zoekende de aanwezigheid van de Heer geniet, het strijden voortgaat. Daarom wandelen we naar de waarheid en door genade, leven we in liefde en licht en strijden we om de satanische wil te onderwerpen. Onze wandel is voor de vervulling van Gods voornemen, ons leven is voor de tevredenheid van Christus en ons strijden is voor het verslaan van Gods vijand. (Life-study of Ephesians, pp. 527, 529-530)
WEEK 6 – DAG 4
Eph. 2:6 …en heeft ons mee opgewekt en mee doen zitten in de hemelse gewesten in Christus Jezus,…
Eph. 6:11-12 Doet de hele wapenrusting van God aan, om te kunnen standhouden tegen de listen van de duivel. Want onze strijd is niet tegen bloed en vlees, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers van deze duisternis, tegen de geestelijke machten van de boosheid in de hemelse gewesten.
De positie van geestelijke oorlogvoering is absoluut in de hemelse gewesten. Telkens wanneer we de positie van hemelvaart verliezen, zijn we onmachtig enige geestelijke oorlogvoering voort te zetten. Op het slagveld schenken alle militaire strategen aandacht aan het probleem van positie. Degene die het hoge terrein neemt tegen het lage terrein kan de strijd winnen. Op het geestelijk slagveld is dit principe zelfs nog belangrijker. We kunnen zeggen dat geestelijke oorlogvoering geheel afhangt van het probleem van positie. Als we wensen te winnen in de strijd, moet de positie van hemelvaart absoluut worden gekend en bewaard. (The Experience of Life, pp. 337-338)
Efeziërs 2 verklaart dat we samen met Christus in de hemelse gewesten gezeten zijn. Dan gaat hoofdstuk 6 verder en spreekt over onze worsteling tegen de geestelijke boze machten in de hemelse gewesten (Eph. 6:12). Dit betekent dat we eerst mensen van hemelvaart met de positie van hemelvaart moeten zijn alvorens we de vijand in de lucht van bovenaf kunnen aanvallen. Als we mensen van de aarde zijn en onze positie van hemelvaart verliezen, zullen we in de handen van de vijand vallen en kunnen we niet tegen hem strijden. Daarom is de positie van hemelvaart absoluut in de hemelse gewesten.
Als we voortdurend gemeenschap met de Heer hebben, in geest wandelen en in het hemelse leven leven, zijn we hemels en verblijven we in de positie van hemelvaart. Dan kunnen we op hoger terrein recht tegenover lager terrein blijven en met satan afrekenen. In dit stadium, zou de Gemeente moeilijkheden moeten overwinnen, kunnen we voor God bezig zijn met overwinnende gebeden en van God eisen tevoorschijn te komen om zijn vijand te oordelen. We kunnen opstaan om voor God onze houding tot uitdrukking te brengen, en zeggen: “We zullen niet toestaan deze dingen te laten gebeuren in de Gemeente.” We kunnen ook ernstig tot satan zeggen: “We zijn vol afkeer hiervan. We zijn hier tegen.” Wanneer we zo’n onverbiddelijke verklaring en krachtige uitdrukking maken, zal de gehele menigte van satan zich terugtrekken. Zijn werk zal ook volledig vernietigd worden.
Waarom veroorzaakt de positie van hemelvaart dat we overwinnend zijn in de strijd? Het is omdat alleen in de positie van hemelvaart we hemels gezag kunnen hebben. Om geestelijke strijd te voeren, moeten we afhankelijk zijn van hemels gezag. Er is slechts één plaats waar we hemels gezag kunnen verkrijgen; deze plaats is de hemel. Als we gaan door dood en opstanding om het hemelse bereik binnen te gaan, zullen we zeker hemels gezag verkrijgen. Daarom zullen we zeker overwinnend zijn in de strijd.
Vele christenen zijn vandaag zeer bezorgd over het probleem van kracht. Maar de Heer heeft ons gered niet alleen tot de staat van kracht bezitten maar ook tot de plaats van gezag hebben. Degenen in het hemelse bereik hebben niet alleen kracht maar ook gezag. (The Experience of Life, pp. 338-339)
De geestelijke oorlogvoering is verdedigend, niet aanvallend, omdat de Heer Jezus de strijd al heeft gestreden en de overwinning heeft behaald. Het werk van de Gemeente op de aarde is eenvoudig de overwinning van de Heer behouden. De Heer heeft de strijd al gewonnen en de Gemeente is hier om Zijn overwinning te behouden. Het werk van de Gemeente is niet de duivel overwinnen, maar hem weerstaan die al door de Heer is overwonnen. Haar werk is niet de sterke man binden – de sterke man is al gebonden. Haar werk is hem niet los te maken. Er is geen behoefte hem aan te vallen; enkel waken is genoeg. Het startpunt van geestelijke oorlogvoering is staan op de overwinning van Christus; het is zien dat Christus al heeft overwonnen. Het is niet afrekenen met satan, maar vertrouwen op de Heer. Het is niet hopen dat we de overwinning zullen behalen, omdat de overwinning al is behaald. De duivel kan niets doen. Het werk en de verantwoordelijkheid van de Gemeente is geestelijke oorlogvoering. (CWWN, vol. 34, p. 61)
WEEK 6 – DAG 5
Eph. 1:10 …aangaande de bedeling van de volheid der tijden, om alles wat in de hemelen en wat op de aarde is onder één hoofd samen te brengen in Christus.
Eph. 3:10 …opdat thans aan de overheden en de machten in de hemelse gewesten door de gemeente de veelkleurige wijsheid Gods bekend gemaakt wordt,…
Wat God wil wordt belichaamd in de woorden overwinnen en onderwerpen. Als God ons verlost had uit de satanische chaos, zou Hij ons niet nodig hebben deze te overwinnen, te onderwerpen. God wil dat we de satanische chaos onderwerpen. De ware verlossing voor ons van God is onze onderwerping. In Efeziërs 6 zei Paulus ons dat we bekrachtigd moeten worden in de Heer om stand te houden tegen de listen van de duivel (Eph. 6:10-11). Daarna zei hij: “Neemt daarom de hele wapenrusting van God op, om weerstand te kunnen bieden in de boze dag en om, na alles volbracht te hebben, stand te houden” (Eph. 6:13). We zijn er niet om verlost te worden uit de satanische chaos, maar we zijn er om er tegen stand te houden. (The Satanic Chaos in the Old Creation and the Divine Economy for the New Creation, p. 93)
De nieuwtestamentische eeuw nadert tweeduizend jaren van geschiedenis. Er waren tweeduizend jaren voor het Adamitische ras, tweeduizend jaren voor het Abrahamitische ras naar het vlees en bijna tweeduizend jaren voor het Abrahamitische ras naar de Geest. Wat de Heer nodig heeft is het ras van overwinnaars om de hele satanische chaos te onderwerpen en te zegevieren in de goddelijke economie.
Als een mengsel van economie en chaos is het christelijke leven een miniatuur van het gehele universum. De geschiedenis van het universum is een geschiedenis van Gods economie en satans chaos. Verder is de gehele Bijbel, vanaf het eerste hoofdstuk van Genesis tot het laatste hoofdstuk van Openbaring, een verslag van de goddelijke economie van God en de chaos van satan. De reden voor deze situatie is dat er in het universum twee bronnen zijn – God en satan.
Vandaag is de aarde gevuld met chaos. Elk deel van de maatschappij is chaotisch. We moeten echter niet ontmoedigd zijn. Naast de satanische chaos is er de goddelijke economie. Terwijl de satanische chaos tot een einde zal komen, zal de goddelijke economie een voleindiging bereiken. Het einde van de satanische chaos zal de poel des vuur zijn en de voleindiging van de goddelijke economie zal het Nieuwe Jeruzalem zijn.
We moeten beseffen dat zowel in de Bijbel als in onze ervaring de satanische chaos altijd parallel loopt met de goddelijke economie. Daar waar de goddelijke economie is, daar is de satanische chaos. Waar God is, is satan ook. Satan is niet achter God, Hem volgend; veeleer is satan aan Gods zijde. We kunnen zeggen dat God op de “hoofdweg” is en satan op de “parallelweg”.
We werden geroepen door de Heer om één met Hem te zijn om Zijn vijand te onderwerpen, hem te overwinnen. Sommigen van ons vinden misschien dat er vandaag teveel chaos is. We willen misschien de Heer vragen ons hieruit te verlossen. In plaats van ons te verlossen, staat de Heer misschien toe dat de chaos naar onze plaats komt zodat we zullen leren hoe één met Hem te zijn om deze te onderwerpen, en te overwinnen. We zijn in het wederopbouwwerk van de Heer, dat er is voor het ten uitvoer brengen van Gods economie op deze aarde. Daarom is de satanische chaos hier ook. De overwinnaars worden niet verlost uit deze tegenwoordige chaos. In plaats daarvan onderwerpen de overwinnaars de hele afbrekende chaos en zegevieren in de unieke opbouwende economie.
De overwinnaars zijn zij die lijden door de chaos, maar ze zijn niet teleurgesteld of ontmoedigd. In plaats daarvan zijn ze bekrachtigd en in staat gesteld te staan voor de goddelijke economie en die tot uitdrukking te brengen. De satanische chaos gaat nog steeds voort om ons heen in het christendom. Zelfs binnenin het wederopbouwwerk van de Heer hebben we deze chaos ervaren. Elk van ons moet deze afbrekende chaos overwinnen. Als we door de Heer in staat gesteld worden de hele afbrekende chaos te onderwerpen, zullen we zegevierend het koninkrijk binnengaan. We zullen degenen zijn die zegevieren in de unieke opbouwende economie. (The Satanic Chaos in the Old Creation and the Divine Economy for the New Creation, pp. 64, 14, 16, 96, 75)
WEEK 6 – DAG 6
1Tim. 6:12 Strijd de goede strijd van het geloof; grijp het eeuwige leven, waartoe je geroepen bent en de goede belijdenis hebt afgelegd voor vele getuigen.
Rev. 12:10 En ik hoorde een luide stem in de hemel zeggen: Nu is de behoudenis gekomen en de kracht en het koninkrijk van onze God en het gezag van zijn Christus; want de aanklager van onze broeders, die hen dag en nacht vóór onze God aanklaagde, is neergeworpen.
We mogen nu ons werk beschouwen als erg gewoon en alledaags. Daarom heb ik een last van de Heer ontvangen ons allen eraan te herinneren dat ons werk een geestelijke oorlogvoering is.
De eerste keer dat er in het Nieuwe Testament over de Gemeente, die het huis van God is, gesproken wordt, is in Mat 16:18. Dit vers laat duidelijk zien dat zodra de Gemeente wordt genoemd, de poorten van Hades, dat wil zeggen de macht der duisternis, ook wordt genoemd. Dit laat zien dat in het Nieuwe Testament het werk in Gods economie om de Gemeente op te bouwen een oorlogvoering is. (Crucial Words of Leading in the Lord’s Recovery, Book 1: The Vision and Definite Steps for the Practice of the New Way, pp. 257-258)
Het doel van geestelijke oorlogvoering is het koninkrijk van God binnenbrengen. Dit is een onderwerp van groot belang in de Bijbel.
Vandaag is de Gemeente een model van Gods regering. Het is door de Gemeente dat God satan zal binden en zijn macht vernietigen. Dus zal Zijn naam geëerd worden op de gehele aarde, Zijn koninkrijk opgericht en Zijn wil gedaan. Dit is de opdracht van de Gemeente. Dit is ook het doel van de geestelijke oorlog die de Gemeente voert. In het universum is er het koninkrijk van God en er is ook het koninkrijk van satan. Om mee te doen aan de geestelijke oorlogvoering, moeten we eerst de tegenstelling kennen tussen het koninkrijk van God en het koninkrijk van satan. (The Experience of Life, pp. 355, 360)
Vele christenen kennen niet het ware belang van het prediken van het evangelie. De Bijbel zegt dat we ons moeten bekeren voor het koninkrijk (Mat. 4:17). Het koninkrijk van God is feitelijk de beoefening van de goddelijke wil. Wanneer zondaren zich bekeren voor het koninkrijk van God, keren zij zich van de kant van satan naar de kant van God, dat is het koninkrijk van God, de wil van God. Nadat iemand zich keert van de satanische wil tot de goddelijke wil moet hij geloven in de Heer Jezus en worden gedoopt. Door de doop is hij gebracht uit de macht der duisternis, de satanische wil, en overgebracht in het koninkrijk van de Zoon van Gods liefde (Col. 1:13). (Life-study of Ephesians, pp. 529)
De Heer Jezus legde eens uit wat het koninkrijk van God is. Hij zei: “Maar als ik door de Geest van God de boze geesten uitdrijf, dan is het koninkrijk Gods tot u gekomen” (Mat. 12:28). Wat is het koninkrijk van God? Het is de omverwerping van de macht van satan door de kracht van God. Wanneer de duivel niet in staat is op een zekere plaats stand te houden, dan is het koninkrijk tot die plaats gekomen.
God heeft de mens nodig om met Hem in Zijn werk samen te werken. Wanneer Gods volk beweegt, zal ook Hij bewegen. Toen Gods volk zag dat ze Egypte moesten verlaten (hoewel nog niet alle Israëlieten dit beseften, deden sommigen het toch), schreeuwden ze het uit naar God en Hij bewoog om hen te verlossen.
Zelfs de geboorte van de Heer Jezus was het resultaat van de samenwerking van sommigen uit Gods volk met Hem. In Jeruzalem waren er sommigen die voortdurend uitzagen naar de verlichting van Israël. Dit is waarom de Heer werd geboren. Hoewel het doel van God is Zijn koninkrijk binnen te brengen, is Zijn deel alleen niet voldoende. Hij heeft de Gemeente nodig die met Hem samenwerkt. Door gebed moet de Gemeente de kracht van het koninkrijk van God op de aarde bevrijden.
We geloven dat Christus opnieuw terug zal komen. Maar denk niet dat de Heer Jezus automatisch zal komen als we zitten en passief wachten. Nee, er is een werk dat de Gemeente moet doen. Als het Lichaam van Christus moeten we leren samen te werken met God. Wij moeten nooit denken dat het genoeg is alleen maar gered te zijn. Dat is het niet. Wij moeten ons bezig houden met Gods behoefte. (CWWN, vol. 34, “The Glorious Church,” pp. 61, 63-64)