Doorbrekend licht

Hoofdstuk 8 – Joshua’s Boodschap

“Orde, Orde,” overschreeuwde de burgemeester de menigte. “Neem plaats, zodat we de bijeenkomst kunnen beginnen.” Aanvankelijk leek er geen respons te komen, maar na enig aandringen brachten de mensen hun conversaties met tegenzin tot een einde en zochten een plaats. Toen het gemeentehuis nagenoeg stil was begon de burgemeester de mensen toe te spreken.

“Zoals u weet, is de gemeentevergadering aangevraagd door Joshua, een van onze burgers, die zegt dat hij een boodschap voor ons heeft van de Schepper Zelf. We willen hem zoveel tijd geven als hij nodig heeft, dus ik zal verder geen tijd van hem afnemen.” Hij draaide zich om naar Joshua en stak zijn hand naar hem uit en zei, “Jullie kennen Joshua allemaal. Kom en vertel je boodschap.”

De mensen gaven een kort applaus. Hun blikken volgden hem nieuwsgierig terwijl hij het podium op kwam.

“We zijn eigenlijk met zijn drieën,” begon Joshua, “samen is ons een openbaring gegeven om met jullie te delen. Elk van ons heeft een deel van het woord, en de Schepper heeft elk van ons bepaalde gaven gegeven die we aan jullie door mogen geven.”

De mensen knikten goedkeurend en keken elkaar verwachtingsvol aan. Iedereen houdt van geschenken, want dit zijn blijken van liefde en wanneer ze van de Schepper Zelf komen, dan geven ze een ieder een gevoel van verbondenheid en goddelijke goedkeuring.

“Zoals jullie allen weten,” ging Joshua verder, “geeft mijn maatschappij mensen ritten in regenboog-gekleurde luchtballonnen, zodat ze de mogelijkheid krijgen om boven de aarde uit te stijgen en, in elk geval voor een korte tijd, dingen beter te zien vanuit een hemels perspectief. In het bijzonder herinneren de veelkleurige ballonnen u eraan dat u een verbond hebt met de Schepper.”

De mensen knikten in overeenstemming. Ze waren allen heel bekend met de ballonvluchten en hun geschiedenis. De stad zelf was lang geleden gevestigd door een verbond aan de voet van de berg en langs de rivier die erdoor stroomde.

De stad Newkirk109 was niet de originele nederzetting daar. Een oudere stad had daar vele jaren geleden gelegen, eenvoudig bekend als Kirk.110 Die stad was opgericht onder een ander verbond met de Schepper, maar werd nietig verklaard nadat de mensen de voorwaarden voortdurend hadden geschonden. Een nieuw verbond werd opgericht, onder betere voorwaarden. En dit was wat Joshua uit moest leggen aan de mensen, want het was duidelijk dat ze deze voorwaarden al lang waren vergeten.

“Elk van jullie weet iets van de geschiedenis van onze stad,” ging Joshua verder. “Veel van de oorspronkelijke bewoners van Kirk geloofden niet dat ze een nieuw verbond nodig hadden. Tevreden met de eerste overeenkomst, vochten zij tegen degenen die de wil van de Schepper wilden doen. In eerste instantie slaagden ze erin om onze voorvaderen te verdrijven,111 maar uiteindelijk werden ze zelf verdreven. Op die manier hebben we deze vallei opnieuw gevestigd en de naam van onze stad gewijzigd naar Newkirk.

“Juist broeder,” riep een man enthousiast vanuit het publiek. “Zij kregen wat ze verdienden.”

Joshua ging verder. “Het is nooit goed om het oneens te zijn met de Schepper. Eigenlijk hebben ze het nieuwe verbond niet verworpen, in elk geval niet naar hun eigen idee. Zij geloofden dat het nieuwe verbond gewoon een vernieuwing was van het eerdere verbond. Velen van jullie kennen deze voorgeschiedenis niet, omdat het zo lang geleden gebeurde. Tijdens de eeuwen na de vestiging van de stad Kirk met het eerste verbond, overtraden zij de voorwaarden hiervan. Daarom oordeelde de Schepper over hen wegens contractbreuk. Het gevolg was dat de Schepper de mensen van Kirk verkocht aan een buitenlandse natie – wat Zijn goed recht was – en ze vestigden zich als vreemdelingen in een ander land.” 112

“Maar na drie generaties,” ging hij verder, “verliep het contract van de Schepper met die buitenlandse natie en de afstammelingen van de verwoeste stad Kirk kregen de mogelijkheid om terug te keren en hun stad en huizen weer op te bouwen. Op dat moment vernieuwden ze hun verbond met de Schepper en deden opnieuw een gelofte van gehoorzaamheid aan Zijn wetten. Zij waren van mening dat deze vernieuwing van het oorspronkelijke verbond nu het nieuwe verbond was waarover geprofeteerd was door de profeten.”

“Ze hadden het fout!” schreeuwde een oude man vanuit het publiek. “Het nieuwe verbond kwam vele eeuwen later en ze hebben zelfs de brenger van dit nieuwe verbond vermoord. Daarom zijn ze hier vandaan verdreven!”

“Dat is waar! Ja! Amen!” de menigte brulde met instemming.

“Zijn we het dan eens dat het nieuwe verbond niet alleen maar een vernieuwing van het eerste verbond is?” vroeg Joshua hen.

Het applaus wat door de hal klonk gaf uitdrukking aan hun antwoord.

Toen de mensen weer stil waren, verklaarde Joshua, “Maar jullie deden hetzelfde.” Overbluft en geschokt keken de mensen elkaar aan in ongeloof.

“Wat bedoel je?” vroeg iemand.

“Jullie zijn trots op jezelf, omdat jullie onder een nieuw verbond zijn, maar omdat jullie de voorwaarden niet volledig begrijpen, hebben jullie hetzelfde gedaan als wat jullie veroordelen in de mensen van Kirk.”

Een mompelende rusteloosheid golfde door de menigte. Het was duidelijk dat ze het hier niet mee eens waren of zelfs niet begrepen.

“Als je terug gaat naar de oorspronkelijke archieven in onze Historische Bibliotheek en terugleest hoe het eerste verbond werd bevestigd, dan zien we dat jullie voorvaderen gehoorzaamheid beloofden.”

“Ja, ik weet dat dat klopt,” zei de oude man hard genoeg zodat iedereen dit kon horen, “en nu hebben we beloofd dat we het nieuwe verbond zullen gehoorzamen. Dat is wat de Schepper behaagt.”

“Maar wat is het verschil tussen deze twee verbonden dan?” vroeg Joshua. “In beide gevallen hebben jullie gehoorzaamheid beloofd, zodat het tweede verbond net zo afhankelijk van gehoorzaamheid is als het eerste was.”

“In die zin zijn ze gelijk,” antwoordde de oude man, “maar het eerste verbond vereiste dat de wetten van de Schepper in acht werden genomen. Deze eis bleek onmogelijk, dus werd er een nieuw verbond gesloten, apart van de wet. De norm werd veranderd van gehoorzaamheid naar geloof alleen. De bemiddelaar van het nieuwe verbond was in staat om alle vereisten van de wet te houden, zodat wij dit zelf niet hoeven te doen. Daarom hoeven we de wetten niet langer te gehoorzamen.”

“Waren deze wetten slecht?”

“Ja!” schreeuwde iemand. “Nee,” schreeuwde een ander. En weer een ander riep, “Sommige waren slecht, anderen waren goed. We volgen die wetten die goed zijn en hebben de slechte verworpen.” Het was duidelijk dat velen het niet eens waren over de aard van deze wetten. Wanneer specifieke wetten naar voren werden gebracht als voorbeeld, wetten zoals het verbod op diefstal of moord, dan waren de goede mensen uit de stad het eens dat ze deze wetten moesten volgen. Desalniettemin wilden velen het recht behouden om een wet te weigeren die slecht overkwam of onaangenaam voor hen voelde.

“Kan er uberhaupt een slechte wet voortkomen uit een goede Schepper?” vroeg Joshua.

“Nou, ja,” zei de oude man, die de stadshistoricus leek te zijn. Hoewel hij geen kwaad in de schoenen van de Schepper wilde schuiven, was hij gedwongen om toe te geven dat alleen slechte wetten verworpen moesten worden. En omdat sommige wetten afgeschaft waren door de Gemeenteraad, moest hij hun beslissing om bepaalde wetten te verwerpen wel ondersteunen.

De oude man verduidelijkte zich haastig, “Het was aan ons – ik bedoel de Gemeenteraad – om te beslissen welke wetten goed waren en welke slecht, want het is haast onmogelijk voor een geordende samenleving om helemaal geen wetten te handhaven. Vooraanstaande burgers van Newkirk zijn opgestaan in onze geschiedenis om voor ons te beslissen welke wetten goed zijn en welke niet. Dit is onze traditie.”

Joshua glimlachte. “Dus u wilt zeggen dat de Schepper de mens – of bepaalde mensen – het recht heeft gegeven om wetten af te schaffen die Hij als goed had uitgesproken in eerdere tijden?”

“Ja, dat is hoe het is.” was het antwoord. “Ik kan het weten, want ik ben een lid van de Gemeenteraad. De Schepper gaf deze taak aan hen onder ons die wijs waren. Verscheidene gerespecteerde mannen van Newkirk in vorige generaties hebben vastgesteld welke wetten zouden moeten blijven en welke niet langer relevant zijn.”

“Echt?” vroeg Joshua. “Heeft u nooit gelezen in de Archieven dat het deze manier van denken is wat ervoor zorgde dat de Schepper de mensen van Kirk in gevangenschap stuurde? Er is geschreven, “Deze mensen eren Mij met hun lippen, maar hun hart is ver van Mij. Tevergeefs vereren ze Mij, want ze onderwijzen hun eigen leer, voorschriften van mensen. Ze hebben Mijn woord ongeldig verklaard in het belang van hun tradities.” 113 Ziet u niet dat dit een probleem is?” Voegde Joshua toe.

“Dat is geen probleem,” antwoordde de oude man, “want deze grootse mannen in onze historie fungeren als adviseurs naar de Schepper. Wanneer zij in overeenstemming zijn en tot een beslissing komen, verandert de Schepper Zijn gedachten als dat nodig is en voldoet dan aan hun standaard van goed en fout. Dat is een al lang gevestigde manier van werken en heeft voor ons heel goed gewerkt.” De burgemeester klapte in zijn handen en het publiek juichte zijn goedkeuring toe.

“Lang leve de Gemeenteraad!” riepen ze allen.

“Ik geloof dat jullie je standpunt over de Schepper zouden moeten heroverwegen,” zei Joshua tegen hen. “Als Hij hulp nodig heeft in het onderscheiden van goed en kwaad, dan betwijfelen we Zijn wijsheid en zelfs Zijn goedheid. Als mensen wijzer zijn dan Hij, zouden we dan de Gemeenteraad niet moeten aanbidden? Maar ik zie dat we het hierover vandaag niet eens gaan worden. Laten we doorgaan met een ander onderwerp. Heeft iemand de voorwaarden van het nieuwe verbond gelezen in de archieven?” vroeg Joshua.

“Wat bedoel je?” vroeg de oude man. “Natuurlijk hebben we dit gelezen. Sterker nog, ik draag altijd een kopie met me mee, waar ik ook heen ga. Hier is het.” Hij hield zijn kopie omhoog zodat iedereen het kon zien.

“Heel goed,” antwoordde Joshua. “Zou u alstublieft de betreffende pagina willen voorlezen?”

De oude man opende het boek en sloeg de bladzijden om naar de plek waar het oude verbond genoemd werd. Hij schraapte zijn keel en begon te lezen: “Hoor, er komt een tijd dat Ik een nieuw verbond met de inwoners van Kirk zal sluiten. Niet zoals het verbond dat ik met hun voorouders maakte nadat ze het verbroken hadden. Deze keer zal ik Mijn wet in hun binnenste leggen en Ik zal het op hun hart schrijven; en Ik zal hun God zijn en zij zullen Mijn volk zijn. Niemand zal de wet meer aan zijn naaste hoeven te leren, want allen zullen Mij kennen.” 114

“Is dit verbond anders dan het vorige?” vroeg Joshua.

“Ja, natuurlijk.”

“Waar verschilt het in?”

De oude man reageerde direct, alsof het antwoord welbekend was sinds de dag dat de stad Newkirk gevestigd was op basis van dit nieuwe verbond. “De wetten zijn verschillend.”

“Is dat wat er staat?” antwoordde Joshua. “Wat ik hoorde toen u het gedeelte las, was dat dezelfde wetten die in het eerste verbond gegeven werden bij het nieuwe verbond op de harten van de mensen geschreven zouden worden. Er wordt niets gezegd over enige andere wet die ingesteld zou zijn. Heeft u niet gelezen hoe de bemiddelaar van het eerste verbond twee keer dezelfde wet aan de mensen gaf? 115 De eerste stenen tafelen van de wet werden gebroken, dus ging hij de berg op om de tweede set wetten te ontvangen en over deze werd gezegd dat ze hetzelfde waren als de eerste.”

“We zullen hierover opnieuw moeten berusten in een meningsverschil,” zei de oude man met enige agitatie.

Maar Joshua bleef volhouden, “Vertelt uw boek niet ook dat de bemiddelaar van het nieuwe verbond zei dat zelfs het kleinste deel van de wet niet afgeschaft zou worden totdat hemel en aarde zelf zouden ophouden te bestaan? 116 En hoe zit het met de profeten van het nieuwe verbond, die deze kwestie later aan de kaak hebben gesteld? Eén van hen schreef, “Doen wij dan de wet te niet door het geloof? Integendeel, wij bevestigen de wet juist.” 117

“Ik kan weer niet met u instemmen,” zei de oude man. “De Gemeenteraad heeft lang geleden vastgesteld dat deze woorden niet zo geïnterpreteerd moeten worden zoals ze er op de oppervlakte uit zien. We moeten ze niet interpreteren op een manier die tegenstrijdig is met ons recht om te onderscheiden welke wetten nog gelden en welke vervangen zijn door geloof.”

“Aha,” zei Joshua. “Mij is verteld dat geloof komt door het horen van het woord van de Schepper,118 maar schijnbaar interpreteert u dit als zijnde dat het geloof komt door het horen van de besluiten van de Gemeenteraad. Ik herinner me dat dit een kwestie was toen de Schepper het eerste verbond instelde. De mensen in die tijd wilden het woord van de Schepper niet horen. Ze vroegen om een afgevaardigde om de berg op de gaan om te horen naar Zijn wet en terug te komen om hen te vertellen wat de Schepper had gezegd.119 Nadien beklaagden de profeten deze beslissing, zuchtende, ‘Horen jullie vandaag zijn stem, wees dan niet koppig, als in het verleden.120 Het lijkt erop dat het probleem wat de mensen van Kirk trof, ook Newkirk heeft getroffen.”

“Het lijkt er op,” concludeerde Joshua, “dat we deze kwestie op dit moment onopgelost moeten laten en doorgaan met andere dingen.”

“Bent u het ermee eens dat het nieuwe verbond de mensen niet verplicht om gehoorzaamheid te beloven, maar dat ze wel in overeenstemming zullen moeten zijn met de wet van de Schepper?” vroeg Joshua.

“Ja, natuurlijk,” antwoordde de oude man. “Ze moeten geloof hebben in de Schepper en moeten ook gehoorzaam zijn aan de wetten van de Gemeenteraad. Dat zijn de bepalingen van het nieuwe verbond. Als ze deze twee dingen doen, dan mogen ze burgers van Newkirk zijn. De Schepper heeft voor altijd autoriteit geschonken aan de Gemeenteraad en zelfs als de Raad tegen de wil van de Schepper in zou gaan – wat natuurlijk nooit kan gebeuren – zou Hij hun gezag nooit ongedaan maken, want het is onvoorwaardelijk aan hen gegeven door het nieuwe verbond.” 121

“Dat brengt me naar de hoofdreden voor deze samenkomst,” antwoordde Joshua. “De Schepper heeft me laten zien dat het eerste verbond de belofte van de mens was aan de Schepper. Het nieuwe verbond is de Scheppers belofte aan de mens. Het eerste verbond verplichtte de mens om gehoorzaam te zijn om burgers van Newkirk te mogen zijn. Maar omdat de mensen niet in staat waren om hun belofte na te komen, maakte God zelf een belofte die Hem verplichtte om alle mensen rechtvaardig te maken. Dit tweede verbond hangt niet af van de wil van mensen, maar alleen van Zichzelf en Zijn eigen kracht.” 122

“Maar dat gaat in tegen onze vrije wil,” maakte de oude man bezwaar. “Dat zou Hij zeker niet doen.”

Joshua vervolgde, “Het eerste verbond werd gemaakt door de vrije wil van de mens, zoals u het noemt, en kijk waar het hen gebracht heeft. Het nieuwe verbond werd daarentegen gemaakt door de Scheppers vrije wil. Ik ben hier om te verkondigen dat de Schepper een vrije wil heeft en dat Hij alles kan beloven wat Hij wil. Wanneer Hij zo’n belofte doet, dan verplicht Hij Zichzelf om het tot de letter te vervullen. Als Hij op welke manier dan ook zou falen, dan zou Hem dit een leugenaar maken of een zwakke god met goede intenties.”

Hij pauzeerde om deze gedachte te laten landen in hun gedachten. Toen zei hij, “Als u het bekende verhaal van de oorspronkelijke regenboog gelezen hebt, dan zult u zien dat de Schepper een belofte deed aan de hele aarde en nooit aan iemand gevraagd heeft om in ruil daarvoor ook een belofte te doen. Elke belofte die geen reactie verlangt is onvoorwaardelijk.”

Joshua vervolgde, “Er staat geschreven 123 dat de Schepper tegen de bemiddelaar van het eerste verbond zei dat hij alle mensen bijeen moest verzamelen om te luisteren naar de belofte die de Schepper maakte dat zij Zijn volk zijn en dat Hij hun God is. Verder vertelde Hij hen dat deze belofte niet alleen voor hen was, maar ook voor allen die daar niet aanwezig waren. Deze belofte werd zo’n 40 jaar na het eerste verbond gemaakt. Het grootste verschil was dat de beloften van de mens het eerste verbond bevestigden, terwijl de beloften van de Schepper het tweede bevestigden.”

“Probeer je ons nu te vertellen,” explodeerde de oude man, “als mensen erin falen om de perfectie te bereiken, dat dit Gods fout is? Durft u de verantwoordelijkheid van de tekortkomingen van de mens bij de Schepper neer te leggen? Dat klinkt als Godslastering!“

“Er rust een verantwoordelijkheid op hen die een gelofte doen. Wanneer mensen gehoorzaamheid beloofden, verplichtten zij zichzelf om iets te doen. Als zij faalden kwamen zij onder de wet, want de wet hield hen verantwoordelijk voor het breken van hun beloften. Maar toen de Schepper zwoer, nam Hij de verantwoordelijkheid voor een volmaakte mensheid op zich. En dezelfde wet zal de Schepper aansprakelijk houden, totdat Hij Zijn belofte vervult. De onvolmaaktheid van de mensheid is niet het probleem. Het enige punt is of de Schepper in staat is om de mensheid te volmaken, ondanks het feit dat dit onmogelijk lijkt te zijn.”

“Maar dat is onmogelijk,” hield de oude man vol. “God kan dat simpelweg niet doen, want Zijn heiligheid dwingt Hem om alle ongehoorzamen te verstoten, zelfs al houdt Hij van hen.”

“Ik ben hier om u een boodschap van de Schepper te geven dat Hij het zal doen,” volhardde Joseph. “Omdat Hij een gelofte heeft gedaan, dwingt Zijn heiligheid Hem ertoe om Zijn beloften te vervullen. De reden waarom Hij deze nieuwe-verbondseed heeft gezworen, is zodat wij zeker zouden weten wat Hij van plan is om te doen. Ik ben hier om te vragen of u wilt geloven wat Hij heeft beloofd, en om geloof te hebben in Hem. Heb geloof in Zijn vermogen om te doen wat Hij heeft gezegd dat Hij zal doen. En heb geen geloof in uw eigen vermogen om uw geloften aan Hem te houden. Vestig uw geloof op Hem, niet op uzelf.”

“Dat is niet wat de Gemeenteraad heeft bepaald,” zei de oude man met toenemende boosheid. “Het burgerschap van Newkirk volgens iemands eigen gelofte van gehoorzaamheid en onderwerping aan de tradities van de Raad. Als u wat anders zegt, dan kan dat u in een heleboel problemen brengen,” klonk het dreigend.

“Denkt u dat het nieuwe verbond een nieuwe gelofte van de mens is aan de Schepper?” vroeg Joshua hem. “Zijn beide verbonden gebaseerd op de beloften van de mens?” Joshua ging verder, “Het lijkt erop dat het burgerschap van Newkirk is gebaseerd op het oude verbond, maar dan vermomd als het nieuwe verbond. Heeft Newkirk het eerste verbond behouden, terwijl alleen het label veranderd is? U lijkt te geloven dat het nieuwe verbond alleen maar een nieuwe gelofte is van de mens aan de Schepper.”

De oude man verklaarde luid en duidelijk, zodat iedereen het kon horen: “Wij vereisen dat mensen in de Schepper geloven, en dat zij zich onderwerpen aan Zijn gevolmachtigde Gemeenteraad en zijn wetten, die zijn vastgesteld door een lange traditie. Onderwerping aan mensen bewijst het geloof van een mens in de Schepper Zelf. Niemand kan de Schepper aanbidden zonder zich aan de Gemeenteraad te onderwerpen.”

“Dus uiteindelijk,” stelde Joshua, “moeten alle burgers van Newkirk trouw beloven aan de Gemeenteraad, en de tradities daarvan gehoorzamen, om onder het nieuwe verbond te komen. En als zij daar niet aan voldoen mogen zij worden gestraft, en kan in sommige gevallen hun burgerschap worden herroepen. Klopt dat?”

“Ja, absoluut,” zei de oude man stellig.

“Dit klinkt als een vernieuwing van het eerste verbond,” zei Joshua. “Het klinkt niet zoals het gedeelte dat u eerder aan mij voorlas, waarin God beloofde dat hij alle mensen tot Zijn volk zou maken door Zijn wet in hun harten te schrijven. Bij uw denkwijze had de Schepper het volgende moeten zweren: 'Ik beloof om te proberen de mensen ervan te overtuigen in Mij te geloven en Mij te gehoorzamen.' Of Hij had misschien moeten zeggen: 'Ik beloof dat Ik het voor iedereen mogelijk zal maken om Mij te volgen, wanneer zij daarvoor kiezen.' Maar zoals u voorgelezen heeft uit uw eigen boek is dit niet de strekking van Zijn belofte. Hij zwoer om te blijven volharden totdat allen die weg gevonden hebben en hun geloof op Hem gevestigd hebben.”

Joshua ging verder, “Het punt dat ik maak is dat de Schepper Zelf beloofd heeft om de wet in de harten van de mensen te schrijven – niet bij maar een paar van hen, maar bij alle mensen. En als dat niet gebeurt, dan treft Hem de blaam voor het beloven van iets dat Hij niet waar kan maken.”

“Dat is absurd,” hield de oude man vol. “De Schepper had het niet over alle mensen, maar over allen die geloven. 124 Het is duidelijk dat niet alle mensen gelovig worden gedurende hun leven. Wanneer zij sterven overschrijden zij een ultimatum. Als zij dit ultimatum missen zijn ze voor altijd verloren, want er staat geschreven, 'zoals het de mensen beschikt is, éénmaal te sterven en daarna het oordeel.' 125 Wanneer zij eenmaal geoordeeld zijn is het te laat om tot bekering te komen.”

“De woorden die u citeerde,” antwoordde Joseph, “spreken van een volgorde van gebeurtenissen, en zij vertellen ons dat het oordeel plaatsvindt nadat mensen sterven. Maar dit zegt niets over een ultimatum voor bekering. Er staat geschreven dat elke knie zich zal buigen, en dat elke tong zal belijden dat Jezus Christus de Here is, tot eer van de Schepper.126 Het is onmiskenbaar dat de meeste mensen dat niet doen gedurende hun leven op aarde. Er is maar één punt in de tijd waar dit kan gebeuren. Ze zullen dat doen wanneer alle doden ontboden worden om voor de rechtbank te verschijnen, want dat is waar alle waarheid uiteindelijk aan hen geopenbaard zal worden. Zodra ze de waarheid inzien, welke hen ontgaan is gedurende hun leven op aarde, zullen ze vrijwillig voor de Schepper buigen.”

“Ja, maar nadat zij gebogen hebben en trouw hebben gezworen, zullen ze worden verworpen en voor altijd verloren zijn,” hield de oude man vol.

“Hun trouw aan de Schepper,” antwoordde Joshua, “is de vervulling van het nieuwe verbond, waarmee Hij uiteindelijk Zijn doel begint te bereiken. Ik twijfel er niet aan dat zulke mensen geoordeeld zullen worden, maar ik houd vol dat het oordeel, hoe lang dat ook zal duren in die toekomstige eeuw, correctief van aard moet zijn. Het doel van oordeel is om alle ongehoorzamen te dwingen om zich te bekeren, en om hen de wegen van de Schepper te leren.127 Er is geen oordeel dat ervoor kan zorgen dat de eed die de Schepper gezworen heeft kan falen. Zijn oordelen zijn ontworpen om succes te behalen, en niet Zijn falen.”

“Het boek zegt dat Zijn oordelen eeuwig zijn,” stelde de oude man vol vertrouwen. “Wanneer uw inzicht juist zou zijn, dan zouden deze oordelen de hele mensheid verenigen met de Schepper. Iedereen weet dat dit niet waar kan zijn. Er staat op veel plaatsen geschreven dat het oordeel eindeloos is.”

Jozua pauzeerde een moment. “U gebruikt een verkeerde vertaling van het woord eeuwig. In de oorspronkelijke taal komt dit van een woord dat te maken heeft met een verborgen of onbekende tijdsperiode.128 Zelfs van het eerste verbond werd gezegd dat het eeuwig was, samen met de dierenoffers. Maar de Schepper heeft vanaf het begin bepaald dat deze tijdelijk zouden zijn. Hoelang het eerste verbond van kracht zou blijven was onbekend voor de mensen in het verleden, maar een onbekende tijd is niet hetzelfde als een altijddurende tijd.”

Hij vervolgde, “bedenk ook dat er, zoals jullie weten, een eeuwige priesterorde was aan wie, volgens onze vertaling, het priesterschap voor altijd werd gegeven.129 Maar jullie weten ook dat dit priesterschap slechts ongeveer 300 jaar bestaan heeft, voordat de corrupte nakomelingen werden vervangen door een andere familie.130 In dit geval kwam een eeuwig priesterschap ten einde. Dus hoe kunt u zeggen dat het woord dat vertaald is met eeuwig, inderdaad eindeloos betekent? Was het niet eerder zo, dat de tijd van dit priesterschap onbepaald was omdat niemand wist of het, en wanneer het, tot een einde zou komen? Niemand wist of die priesters trouw zouden blijven aan de Schepper, of dat zij corrupt zouden worden. Die tijd was verborgen voor mensen totdat de Schepper er een einde aan maakte.”

“Ik blijf erbij dat eeuwig gewoon eeuwig betekent,” beweerde de oude man. “Want anders zouden ze het woord eeuwig niet gebruikt hebben.”

“Dan moeten we opnieuw met elkaar overeenkomen dat we het oneens zijn,” antwoordde Joshua. Hij was niet verbaasd door het antwoord van de oude man want hij was een woordvoerder voor de Gemeenteraad, en hij had geen volmacht om af te wijken van besluiten die de Raad lang geleden had genomen. Wanneer de oude man zou instemmen met Joshua zou dat betekenen dat hij de Raad verloochende, en het risico liep om elke status, reputatie en misschien zelfs zijn eigen leven te verliezen.

“Kort samengevat ben ik hier geweest om de volgende reden,” zei Joshua, die zijn toespraak ten einde wilde brengen. “De Schepper wil dat jullie je geloof bouwen op Hem, dat betekent op Zijn belofte. Geloof dat Hij in staat is om Zich aan Zijn woord te houden. Leer over Zijn plan voor de Schepping, en geloof dat Hij Zijn voornemens en Zijn doelen zal volbrengen, zoals Hij al van plan was vanaf het begin. Denk niet dat Zijn vermogen om die plannen te volbrengen wordt beperkt omdat Hij slechts goede bedoelingen zou hebben.131 Denk niet dat de wil van de mens sterker is dan die van de Schepper, of dat de ongehoorzaamheid van mensen Hem zal weerhouden om van alle mensen Zijn kinderen te maken. Bouw je geloof op het nieuwe verbond, en wacht niet totdat alle dingen openbaar zullen worden bij het laatste oordeel.”

Jozua stapte van het podium af terwijl de burgermeester opstond om de spreker voor de volgende dag aan te kondigen: “Morgen zullen we horen van onze volgende spreker, die zegt dat hij een openbaring van de Schepper met ons wil delen. We hebben nu genoeg stof tot nadenken. Morgen zullen we op dezelfde tijd meer horen van onze volgende spreker.”

Daarmee verlieten we gedrieën het gebouw. Een golf van geroezemoes trok door de menigte, toen de mensen driftig begonnen te discussiëren over deze nieuwe manier van denken.

Voetnoten

109 - Kirk is een oud Schots woord dat kerk betekent.

110 - Handelingen 7:38 (Act 7:38) spreekt over “de kerk in de wildernis”. Het was de eerste kerk. Vandaar dat Kirk de eerste kerk was.

[Noot van de vertaler: Han 7:38 in de King James vertaling leest letterlijk “kerk in de wildernis.” De NASB zegt “gemeente in de wildernis.” De NBG'51 zegt “vergadering in de woestijn.” De NBV zegt, “volk in de woestijn”. Het Griekse woord dat hier gebruikt wordt is “ekklesia,” dat in de meeste gevallen vertaald wordt met kerk of gemeente (vergadering van gelovigen). Strong nummer G1577].

111 – Handelingen 8:1 (Act 8:1).

112 – 2 Kronieken 36:20 (2Chr 36:20).

113 – Jesaja 29:13 (Isa 29:13); Mattheüs 15:3, 8, 9 (Mat 15:3, 8, 9).

114 – Hebreeën 8:8-11 (Heb 8:8-11).

115 – Exodus 34:1.

116 – Mattheüs 5:17, 18 (Mat 5:17, 18).

117 – Romeinen 3:31 (Rom 3:31).

118 – Romeinen 10:17 (Rom 10:17).

119 – Exodus 20:19; Deuteronomium 5:24 (Deut 5:24).

120 – Psalm 95:7-11; Hebreeën 3:7-11 (Heb 3:7-11).

121 – Dit is hun interpretatie van Mattheüs 16:18, 19 (Mat 16:18, 19).

122 – Johannes 1:12, 13 (Joh 1:12, 13).

123 – Deuteronomium 29:10-15 (Deut 29:10-15).

124 – Hun interpretatie van 1 Korinthiërs 15:22 (1Cor 15:22).

125 – Hebreeën 9:27 (Heb 9:27).

126 – Jesaja 45:23 (Isa 45:23); Filippenzen 2:10, 11 (Phil 2:10, 11).

127 – Jesaja 26:9 (Isa 26:9).

128 – Het Hebreeuwse woord olam, wordt vaak vertaald met ‘eeuwig’ of ‘altoosdurend’ (altijd durend, voor altijd). Maar de wortel van het woord olam is alam, en dit betekent 'verbergen'. Daarom betekent olam ‘verborgen, onbekend of onbepaald’. Het equivalent in het nieuwe testament is aionios, van aioon, een ‘eeuw, tijdperk’.

129 – Numeri 25:13 (Num 25:13).

130 – 1 Koningen 2:27, 35 (1Kin 2:27, 35).

131 – Lucas 1:37 (Luk 1:37).