|
|||||||||||||||||
Printable version |
|
||||||||||||||||
Gods wil vs. Gods plan De wil van God is in zekere zin onderschikt aan Zijn plan of zijn blauwdruk voor de geschiedenis. De volgende Griekse woorden beschrijven dit in het Nieuwe Testament, namelijk thelema (‘wil’) en boulema (‘plan’). Het woord thelema wordt zo’n 60 keer gebruikt in het Nieuwe Testament. Het wordt meestal vertaald als ‘wil’. In zekere zin geeft het de wil weer als verlangen of wens. Echter, het woord boulema verwijst naar een oplossing. Het gaat verder dan een louter verlangen. Het geeft het eigenlijke plan, de intentie of de uitwerking van de wil weer. We nemen Handelingen 27:43 als voorbeeld waar Paulus als gevangene naar Rome gaat. Er stak een storm op en het schip liep vast op een rif. De soldaten wilden de gevangenen doden om te voorkomen dat ze zouden ontsnappen. Maar de centurio, die wilde dat Paulus in leven bleef, verijdelde hun plan (boulema) en gaf bevel dat eerst degenen die konden zwemmen overboord moesten springen om aan land te gaan. De centurio had, gelukkig voor Paulus, het verlangen om Paulus te redden. Hij had ook de macht om hiervoor de opdracht te geven en zijn plan (boulema) uit te voeren. Dit duidt op meer dan een verlangen alleen om het leven van Paulus te redden. Hij voerde dit uit als deel van zijn plan. De tweede passage waar boulema in wordt gebruikt is nog duidelijker, Rom 9:19 Maar nu zult u vragen: ‘Waarom roept God ons dan nog ter verantwoording? Niemand gaat toch in tegen zijn wil (boulema, plan, intentie)? Zoals u ziet wordt de wil (het verlangen) van God uitgedrukt in de verklaring van Mozes: “Laat Mijn volk gaan.” Farao was in staat om Gods thelema wil of verlangen te weerstaan. Het verhaal over Farao maakt dit duidelijk. Maar er was een boulema plan of bedoeling waar Farao niets vanaf wist en dit kon hij niet weerstaan, want dit was volgens de geest van God en niet volgens de wil van de mens. Het was gebonden aan de soevereiniteit van God en niet aan het gezag van de mens. En dit plan komt perfect tot uitdrukking in vers 17, waar Paulus citeert uit Exodus 9:16: Maar ik heb u alleen in leven gelaten om u mijn macht te tonen en om iedereen op aarde te laten weten wie ik ben. Het was Gods wil dat Farao Israël liet gaan. Maar het was ook Gods plan dat Farao Zijn wil zou weerstaan. Zodoende verharde God Farao’s hart om Zijn plan uit te voeren. Dit lijkt misschien op een vreselijke tegenspraak. Waar om zou God Zijn eigen oppositie scheppen en het hart van Farao verharden waardoor hij Gods wil kon weerstaan? Het is net zoals de tegenspraak bij de twee verbonden. Het Abrahamitisch verbond gaf de mens de erfenis op grond van een onvoorwaardelijke belofte, terwijl het Mozaitisch verbond het juist voorwaardelijk maakt. Dit is niet tegengesteld, maar meer een paradox. Als gevolg daarvan wordt de mens alleen geoordeeld op het niveau van zijn gehoorzaamheid aan de thelema van God, want dit is het niveau van zijn gezag. God neemt de volledige verantwoordelijkheid voor alles wat Hij doet volgens Zijn boulema plan. En omdat de boulema van God een oerkracht is dat direct het vermogen van de mens bepaald en omdat het ook het verlangen werkt om Gods thelema te gehoorzamen houdt God Zichzelf uiteindelijk verantwoordelijk en aansprakelijk voor de acties en de redding van Zijn schepping. Dit is één van de redenen waarom Hij naar de aarde kwam om Zelf de straf op de zonde te betalen. Het was de geopenbaarde thelema wil van God dat Adam en Eva NIET zouden eten van de boom van de kennis van goed en kwaad. God vertelde hen duidelijk NIET te eten van deze boom (Gen. 2:17). Maar toch zijn wij van mening dat het in Gods boulema plan lag dat mensen zowel de kennis van goed en kwaad zouden kennen. Net zoals Farao niet Gods boulema plan kon weerstaan, konden ook Adam en Eva zich niet verzetten. Het omvatte het plan van God en om deze reden is Jezus het Lam dat geslacht is vanaf het begin van de wereld (Openbaring 17:8). Wij kunnen, in ons tegenwoordige tijdperk, niet volledig begrijpen waarom God op deze wijze de geschiedenis schrijft, maar wij aanvaarden dit echter wel, omdat het de openbaring van de Schrift is. Bovendien is geopenbaard in de Schrift dat, aan het einde van de tijd, de vloek van het kwaad overvloedig zal worden gecompenseerd door de zegeningen van het goede. Rom 8:18 Want ik ben er zeker van, dat het lijden van de tegenwoordige tijd niet opweegt tegen de heerlijkheid, die over ons geopenbaard zal worden. Dit kan alleen plaats vinden wanneer het kwaad wordt afgeschaft, met daarbij inbegrepen het grootste kwaad, de laatste vijand – de dood. Wij worden zodoende gedwongen om te geloven dat alle dingen inderdaad bijdragen aan het goede, niet alleen voor de zogenaamde ‘uitverkorenen’ in beperkte zin, maar voor iedereen in de ruimste zin van het woord (Rom. 8:28). Het moet alle mensen omvatten, omdat alle mensen getroffen zijn door het eerste kwaad. De aansprakelijkheidswetten van God dwingen ons dit te geloven. God zou anders voor eeuwig onrechtvaardig zijn, hetgeen wij niet kunnen geloven. De afbeelding hieronder helpt misschien om het verschil en de samenwerking tussen het plan en de wil van God schematisch voor te stellen. Toelichting De levensloop van een mens zal zich afspelen tussen de wil (de oranje lijn) en het plan (de groene lijnen) van God, met hoogte en dieptepunten, zegen en vloek en zal uiteindelijk d.m.v. genade en oordeel via dood en leven altijd samenkomen met Gods wil en plan, dáár waar Hij alles in allen zal zijn en de hele schepping zal delen in Zijn heerlijkheid. Iedere keer dat ons leven Gods wil (de oranje lijn) kruist of er aan gelijk loopt, ervaren we zegen. Geloof brengt ons hier, geen goede werken, want de rechtvaardige zal uit geloof leven. Al het andere dat gebeurt in ons leven, de goede en de slechte dingen vallen allemaal binnen Gods plan, dat uiteindelijk alles en iedereen leidt naar dat ene punt, waar God alles in allen zal zijn. Samenvattend: De boulema-wil van God is de soevereine wil van God, wat we beter het plan van God kunnen noemen. Dit plan stond al voor de nederwerping van de wereld vast, het verandert nooit, kan niet tegengewerkt worden en kan niet mislukken. Het is de weg waarlangs God toewerkt naar Zijn doel met de schepping, gebruik makend van Zijn wil en onze wil, de mens en de duivel. Alles is onderdeel van Zijn plan: de geweldige schepping, die zeer goed was; de verleidingen van satan en de zondeval; het kruis; straks de eerste opstanding en het duizend-jarige Koninkrijk; daarna het oordeel voor de grote witte troon; de Poel van Vuur en het uiteindelijke doel van de schepping wanneer God alles in allen zal zijn. Dit staat allemaal vast. De thelema-wil van God is Zijn wil, “het goede welgevallige en volkomene”, die gehoorzaamd of overtreden kan worden, die veranderlijk is en ook wordt beïnvloed door ons gebed. Waar Gods wil gehoorzaamd wordt, valt Zijn wil samen met onze wil, maar ook waar de thelema-wil van God overtreden wordt, zal het nooit reden zijn dat God Zijn doel misloopt. Gods plan omvat onze wil én Zijn wil. Het is volmaakt. Hij doet alles naar de raad van Zijn wil. Hij heeft geen advies nodig, Zijn plan is perfect vanaf het begin tot aan het eind. Hij is de Alfa en de Omega, niemand wederstaat Zijn wil. Door het duidelijke onderscheid tussen de wil en het plan van God te begrijpen, wordt ook de paradox opgelost hoe het bijvoorbeeld kan dat God belooft gelovigen te zegenen, te genezen, enz. en dat ondanks dat ook hen slechte dingen overkomen. In deze boze aioon waarin de wereld zich nu bevindt, wordt iedereen getroffen door leven en dood, ziekte en gezondheid, goede en slechte tijden. Al deze dingen maken deel uit van onze levensloop. Ook de perfecte wil van God is onderdeel van het plan van God. Hierin liggen de beloften van zegen, voorspoed, genezing, enz. voor ons besloten. Als ziekte en onheil ons treft, is het dus zaak voor ons om de wil van God te zoeken, ons te verheugen in Zijn genade, want het wonder van genezing is Gods belofte voor ons als we onze lijn laten samenvallen met de oranje lijn van Zijn wil. Betekent dit dat we ons niet in de wil van God bevinden wanneer onheil ons treft? Nee, want dit is net als de wil van God onderdeel van het grotere plan van God, waarin Hij ALLES doet medewerken ten goede om ons te brengen in Zijn heerlijkheid. ALLES in deze wereld en alles wat ons overkomt is onderdeel van het plan van God dat Hij uitwerkt voor onze levens: zegen en beproeving, genade en vuur. En wanneer onheil ons treft, kunnen gelovigen hopen op een wonder, doordat ze kennis hebben van de oranje lijn, de wetenschap dat de wil van God verlossing, herstel en genezing is. |
|||||||||||||||||