Welriekend kalmoes was een ingrediënt van de heilige zalfolie, die gebruikt werd om de priesters te zalven.
Exo 30:23-25 Gij nu, neem u zeer fijne specerijen: … gevloeide mirre, … welriekende kaneel, … welriekende kalmoes, … kassie, … olijfolie. Gij zult het tot een heilige zalfolie maken ...
Het word kalmoes is ook wel vertaald met riet of arm (voor de armen van de kandelaar) (zie ook Jes 42:3; 43:24; Exo25:33). En dus evenals Johannes de Doper verscheen als “een riet door de wind bewogen”, is het welriekende kalmoes een staf van kracht, een kanaal, een tak of arm, waar doorheen de olie kan vloeien.
Het is ook hetzelfde word dat gebruikt is voor de ‘stengel’ of ‘halm’ waarop de aar zich ontwikkelt en rijpt (Gen 41:5). Een slanke Stengel lijkt van weing betekenis, maar het leven vloeit er doorheen en zorgt ervoor dat de vrucht kan groeien en rijpen.
Daar is niets aanmatigends aan. Het “zoekt zichzelf niet”. Het wil niet meer zijn dan een kanaal voor de olie, de stengel waardoor het leven kan stromen om de vruchten van de Geest voort te brengen en het leven van Christus in anderen voort te brengen. Paulus droeg een schat in aarden vaten met zich mee. De reden was, “zodat de kracht die alles te boven gaat, van God is en niet van ons” (2 Cor. 4:7).
Een staf in de hand van Mozes als hij de schapen hoedt in Midian, wordt de “staf van God” als hij voor Farao staat. De herdersstaf word teen scpeter van autoriteit en kracht. Een “riet in de wind bewogen” bewerkte angst in het hart van de slechte, machtige Herodus. Een man in boeien van belemmeringen, veroorzaakt een andere machthebber te beven.
Bij Zijn process vlochten de soldaten de doornen tot een kroon en plaatsten het op het hoofd van Jezus en zij plaatsten een zwakke riet in Zijn hand en riepen Hem uit tot ”Koning der Joden” om hem te bespotten. Maar in de wijsheid van God en de wijsheid van het kruis wordt die rietstengel de koninklijke scepter van heerschappij over de hele schlepping. De kroon die Hij doreg wordt de kroon van de gezalfde Koning, die voor eeuwig regeert op de berg Sion, Koning de koningen en Heer der heren.
Hoe kan het dan dat de lagere koningen van het Koninkrijk der hemelen zich roemen in scepters van ijzeren en kronen van goud? Ze schijnen te denken dat Jezus een Lam werd zodat zij leeuwen kunnen zijn. Zij schijnen te voelen dat Jezus de vorm van een slaaf aannam, zodat zij de vorm van een koning kunnen aannemen. |