Christus |
Grieks: ‘Gezalfde’.
1. |
Titel van Jezus, die Hij kreeg bij Zijn doop. |
2. |
Titel van de zonen Gods, het Lichaam van Christus, waarvan Jezus het hoofd is. Ook wel genoemd: bruidegom, eerstelingen, 144.000, overwinnaars. |
Het zijn de gelovigen die in Christus gedoopt zijn. Er staat eis Christus (Grieks: eis = in, tot, naartoe). Dit heeft niets meer met de waterdoop te maken, maar gaat veel verder (voor meer hierover, ga naar ‘Doop’, ‘De drie dopen’ en ‘Gedoopt in Christus’).
Jezus Christus en de Christus worden afzonderlijk vermeld in een geslachtsregister als het 41ste en 42ste geslacht (Mat.1:16-17). Daarin is Jezus de geestelijke vader van de zonen. Hij is immers “…het Kind, dat ons geboren is, de Zoon, die ons gegeven is, …, Eeuwige Vader, …” (Jes.9:6).
Het geslachtsregister telt 42 generaties, 3x14. In de derde reeks van veertien geslachten is Jezus de 13de, de Zoon, die tot zonde werd gemaakt (2Co 5:21, 13=zonde). De Christus (=de zonen) zijn de 14de generatie (14=2x7=een dubbel deel, 42=7x6=volheid in het vlees).
Dit register (Grieks: boek van afkomst) laat ons de mannelijke lijn zien: van de Zoon en de zonen (mannelijk=zaad gevend, leven gevend). Het toont ons de afstamming vanaf Abraham, vader van de gelovigen.
De Zoon: Jezus leefde op aarde in volmaakt geloof en gehoorzaamheid aan God de Vader en werd op 30-jarige leeftijd tot Zoon Gods verklaard (Mat.3:17).
Hij werd Zoon, om een Gever te zijn: “… Ik ben gekomen opdat zij leven hebben en overvloed” (Joh.10:10b). Het leven dat Hij geeft is in het Woord. Jezus is het vleesgeworden Woord van God. Niet het woord van beneden (aards, menselijk, ziels), maar “het manna dat uit de hemel nedergedaald is”.
De zonen: Jezus zegt: "Wie overwint zal Mij een zoon zijn" (Op.21:7). Net zoals de Zoon, zijn ook de zonen één geworden met het Woord van God en worden daarom ook gevers van levend water (Joh.7:38) in de toekomende aion (=eeuw, tijdperk).
Het woord dat van hen uitgaat is als vloeiend goud (Zach.4:12, goud duidt op de goddelijke natuur). M.a.w. zij zijn ware zonen van God. Zoals de Zoon de Christus is, zullen ook de zonen de Christus zijn.
Zacharia zag de volheid van de Christus in een visioen en begreep niet wat hij zag (Zach.4:11-12). Een engel legde het uit: "Zij zijn de twee gezalfden (letterlijk: de twee zonen van olie), die voor de Heer van de ganse aarde staan" (Zach.4:14, twee duidt op de Christus). Zij zijn de "twee" gezalfden, die door Jezus tot heerlijkheid (= zoonschap) zijn gebracht (Hebr.2:10). Het zijn de "twee" gezalfde getuigen (Op.11:3-4).
Voor meer hierover kunt u gaan naar: ‘Redding en Uitverkiezing’. |