De wonderen die Jezus deed waren niet zo maar wonderen, maar wondertekenen, waarin het vooral gaat om de betekenis. Dat is vooral duidelijk in het evangelie naar Johannes. Daar wordt consequent het Griekse woord semeion (teken) gebruikt, dat wij moeten onderscheiden van dunamis (krachtdaad), van ergon (werk) en van teras (een verbazingwekkende daad).
De acht wondertekenen in het Johannesevangelie zijn dus méér dan krachten en wonderwerken. Ze getuigen van de luisterrijke dingen, die veelal nog voor ons liggen, van de "zaligheid die geopenbaard wordt in de laatste tijd" (1Pe 1:5).
Een teken is als een stipje aan de horizon van de oceaan dat een gigantisch schip blijkt te zijn. Of als een wolkje in de verte, dat enorme stortregens gaan worden (1Ko 18:44). Zo zijn de door de evangelisten beschreven wondertekenen méér dan historische verslagen van wat Jezus heeft gedaan.
Uit: Verborgen Manna
Voor een uitleg over de 8 wondertekenen van Jezus, die beschreven staan in het Johannes evangelie: Jezus' wondertekenen in het Johannes-evangelie. |